Het resultaat van de ‘Top Honderd’-enquête was voor mij - maar wie ben ik? - (hemel)tergend. Het is een schilderij van Miró tentoonstellen en alle Bruegels, ook de ‘Val van Icarus’, in de opslag laten; het is de Blauwe Donau verkiezen boven de Pastorale; het is, noch min noch meer, mijn gedicht(je) van gisteren plaatsen boven alle gedichten die ooit geschreven werden.
Niet dat ik ‘Spiegel im Spiegel’ niet graag beluister, maar ik heb ook Eric Satie graag; Echter wat me bezig houdt deze maandagmorgen van 22 februari, ik zou graag willen weten, van allen die Pärt op hun lijst hebben gezet, welke twee andere werken er op vermeld staan. Want na al die tijd dat zijn ‘Spiegel’ vermeld wordt, is het maar normaal dat hij op het voorplan blijft als een totaal nieuw geluid. En ook, het is gemakkelijke muziek en de mens van vandaag snakt naar het gemakkelijke, vreest het ingewikkelde - ik ondervind dit regelmatig, ook Nooteboom met zijn ‘gemijmer’ krijgt het niet gezegd - en dan ook, kiezen tussen de duizenden componisten wie er boven uitsteekt is geen voor de hand liggende taak, het vergt een dagenlang beluisteren en afwegen, wat velen moet afschrikken en, dan maar Arvo Pärt ‘dan ben ik er toch bij.’
Het spirituele in de maatschappij van vandaag staat op een laag pitje en ik moet bekennen dat in dergelijke omstandigheden, het eenvoudig grijpbare in ‘Spiegel im Spiegel’ overkomt als iets geniaals - Pärt die als niet een, de klassieke muziek kennen moet, weet dat hij afgezonderd staat van de rest, zoals Eric Satie zich afgezonderd had.
We zoeken allen naar vernieuwing in onze werken. Sommigen slagen erin en komen aan bod, anderen blijven achter en krijgen (nog) niet de aandacht die ze verdienen. Echter als het aankomt op het vergelijken dan weten ze allen wel heel goed waar ze, qua muzikaliteit staan op de ladder, en het is niet aan ons om ze hoger te plaatsen dan ze verdienen.
Meer kan/wil ik er niet over kwijt. Ik ben niet veel als het op muziek aankomt. Ik ben er maar als autodidact, laat mee begonnen. Een eerste maal verrast en verleid door Mozarts Kleine Nachtmuziek, ben ik van dan af uitgezworven over Beethoven en Bach om te belanden bij zovele, meer dan noemenswaardige anderen, vooral dan Mahler en zijn muziek die ik zie als kosmisch, hij een eenzaat hierin.
Maar, vroeg op Klara deze morgen, waarom als men het simpel houden wil, maar tevens hoogstaand wat de regel was, waarom niet, als je iets repetitief wenst, het laatste - nr 12 - van de 12 Concerti Grossi van Francesco Geminiani ?
‘Maar’, is het antwoord, ‘Geminiani ken ik niet en , het is zo gemakkelijk Arvo Pärt te nemen, je moet er niet bij nadenken, je laat de muziek, wat klanken cello en piano, vloeien over jou en je bent er, het is geen Schelde waar je over moet, geen Donau, het is maar een beekje waar je over springen kunt.’
Of, een ander aan wie je de vraag stelt:
‘Luister jij ook naar klassieke muziek?’ ‘Ja, zeker, maar niet naar Strawinski, niet naar Shostakovich niet naar Bach en zeker niet naar Mahler, de barbaar. Wel Rachmaninov, wel Chopin, ja en natuurlijk Beethoven en Mozart, maar geef mij maar Arvo Pärt, zijn ‘Spiegel im Spiegel’, daar kan ik minuten naar luisteren.’
‘Ik geloof het niet, mijn vriend dat je er naar luistert, want er valt niet naar te luisteren, je wacht of er nog iets anders komen gaat, maar er komt niets anders als melodie, enkel wat andere noten muziek. Ik heb het gisteren ondervonden de klanken gingen verloren in het gesprek in de kamer, want het was niet nodig er tot het einde naar te luisteren. Wat een verschil bijvoorbeeld met de muziek van het Concerto Grosso, nummer 12, van Francesco Geminiani, maar dat ken je zeker niet?’
‘Neen, Francesco Geminiani zegt me niets.’
‘Wel dan moet je er eens naar luisteren en daarna naar Pärt en dan weet je wat klassiek is.’
Nu, we leven in een democratie, het is de meerderheid die beslist en hier heeft deze gekozen voor ‘Spiegel im Spiegel’, wat ook de reden moge geweest zijn ik leg me er bij neer. En alles wel overwogen en herbeluisterd, er zit ook iets mystieks in het stuk, iets dat wijst in de richting van het sacrale. Ik moet dus het woord (hemel)tergend, waar ik deze morgen aan dacht, uit mijn aanvang wegnemen en zeggen dat elk van ons het recht heeft zijn mening kenbaar te maken of die nu gerechtvaardigd is of niet heeft geen belang, de luisteraars van Klara hebben gesproken en ik aanvaard voluit hun beslissing zoals het hoort.
Lang leve Arvo Pärt en zijn ‘Spiegel im Spiegel’.
|