Het persoonlijke in mijn blogs is veelvoudig, in deze zin zijn ze sterk geëvolueerd. Ik laat nu, mijn gevoelens hun zeg doen meer dan vroeger toen ik me vooral concentreerde op elementen die betrekking hadden op mijn geestelijke evolutie.
In navolging van George Steiners ‘Errata’ had ik mijn blogs ook kunnen betitelen als ‘ An examined Life ‘ of, nog sprekender, zoals in de Franse titel, ‘le Récit d’une Pensée’[1], meer waren mijn geschriften niet, en meer wilden ze ook niet zijn. Als dusdanig echter hadden ze het voordeel, noch begin noch einde te kennen.
Ze hebben in elk geval mijn leven de fond en comble gewijzigd, en blijven het doen, zodat ik me geen andere vorm van leven nog kan voorstellen of aandurf. Ik provoceer me elke dag, elk uur van de dag ben ik ermee begaan, het is mijn Leidmotief, mijn leefregel. Ik hoop hem te kunnen volgen tot het einde van mijn dagen. Maar heeft dit enig belang?
Of ik het doe of niet, wat verandert er aan de wereld omheen mij, ik ben geen Amanda Gorman die met haar poëzie de wereld op zijn kop zette. Kan poëzie de wereld redden? Schreef Charlotte Van de Broecke in de Standaard van 13 februari. Gormans vond ze ‘heeft een astronomisch groot draagvlak gebracht voor haar activisme’.
De wijze, de plaats en het moment waarop het gebeurde droegen ertoe bij. We beseffen nu dat poëzie iets ongrijpbaar is, ze kleeft aan het woord, ze loopt tussen de lijnen, ze is een uitdaging voor de geest in ons en zonder die geest is er geen poëzie. Ik begrijp dan ook Ilja Leonard Pfeijffer die de gemakkelijke poëzie verwerpt, ik voeg eraan toe, ze is geen invitatie voor de geest.
Het is me duidelijk al wat ik schrijf, al wat ik te zeggen heb wordt gedragen door een enkele idee: alles is ontstaan uit de geest, is ontstaan uit het Woord dat in den beginne was. Het verhaal van deze gedachte is terug te vinden in al wat ik ooit geschreven heb, en was het niet rechtstreeks, wat ik schreef was van deze gedachte doordrongen. Het verhaal van Steiner loopt over andere zaken, maar ik ben gelukkig ik kan alles herleiden tot een kerngedachte. Zonder deze ware mijn schrijven totaal nutteloos geweest, had ik niets aangekleefd, had ik niets waardevol te vertellen gehad, had ik er gestaan de handen leeg, het hoofd leeg. En nu, waar ik aangekomen ben is het wat me recht houdt. Dit gezegd zijnde weet ik dat ik overduidelijk ben geweest in wat ik te verkondigen had.
Het is, gedragen door deze beschouwingen, dat ik mijn woordentocht verder zet én om terug te blikken op wat was, én om bij te houden wat was , én om een opening te creëren naar wat nog komende is. Telkens mijn dag eindigend op een twijfelmoment: zal ik er blijven in slagen voor de volgende dag een blog te vullen?
En, zoals het nu met mij is gesteld: zal ik me kunnen loskoppelen van de persoon die ik ben? Ik hoop het, ik heb vertrouwen in mijn (goed) gesternte.
[1] George Steiner : ‘Errata, Récit d’une pensée’, Editions Gallimard 1998, collection folio, traduit de l’Anglais par Pierre-Emmanuel Dauzat.
|