My morning writings are killing me slowly, for I haven’t the courage to put an end on it.
Ik ben een slaaf ervan geworden, zoals jullie er een slaaf van geworden zijn om ze te lezen. Dit gaat zo ver dat een lezer me schrijft dat hij elke dag niet alleen mijn blog van de dag leest maar ook deze van de corresponderende dagen van 2012 en 2016, wat dan ook een teken is van heel wat moed en inzet, maar, wat mij betreft, de impact van mijn geschriften doodt me zachtjes aan.
Nochtans, vroeg de dag beginnen biedt ook een zekere compensatie. Gisteren was er de sonate van Johannes Brahms, deze morgen is er het ontroerende ‘Miserere mei, Deus’.
Ik had het niet gevraagd en niet verwacht, maar het was er op het passende ogenblik, als een bevestiging van mijn inleidende woorden. Trouwens de laatste tijd ben ik het onderwerp niet uit de weg gegaan, integendeel ik ben er bijna telkens mee geëindigd als een gewoon iets, wat het dan ook is.
Ik denk dikwijls aan Hugo Claus, zoals ik denk aan mijn broer, zoals ik denk aan mijn vrienden, Guy M. en Jean-Pierre C. Ze hadden de moed te gaan. Zou ik de moed hebben indien ik in hun toestand zou terecht komen?
‘Miserere mei, Deus’ is dan ook het lied dat vooraan zou moeten staan in de top 100 van Klara. Ik heb er niet aan gedacht als ik mijn keuze heb gemaakt. Nu de sfeer, op het ogenblik van mijn eerste keuze, is omgeslagen moet ik een nieuwe keuze doen.
Zo, deze morgen had ik het geluk - dan toch, zoals je ziet, wat mijn te schrijven blog betreft - na het nieuws van zes, het ‘Miserere mei’ van Gregorio Allegri te horen. Ik kende het, had het al dikwijls gehoord, maar ditmaal trof het me heel, heel diep, ik werd er stil van, open gescheurd, bloot gelegd en de echo ervan is blijven hangen, lang blijven hangen. Een droefheid kwam over mij, een gevoel waarin ik opgenomen werd en meegevoerd, een onwezenlijke toestand van zijn. En het gevoel is me bijgebleven en is er nu nog altijd. Ik heb in de dag, het ‘miserere mei’ nog enkele malen beluisterd, mezelf pijnigend.
‘But, do I have to tell you all this, moet ik er een geschrift aan wijden, past het voor mijn blog van de dertiende?
Al ben ik niet bijgelovig, het cijfer dertien heeft toch een nagalm voor mij, al was het maar omdat mijn moeder er stellig in geloofde en het cijfer zo veel mogelijk uit de weg ging.
Komt erbij dat ik droomde deze nacht, een vreemde droom, alsof enkel het omringende bestond en ik versplinterd was in bos en weiden en korenvelden; ik niet wist wie ik was noch waar ik was, een wolk zijnde, vlottend, zwevend, een wolk van roze geurende bloesems en ik erin bewegen kon, zonder er als lichaam te zijn en ik woorden hoorde die niet uit mij kwamen: ik omhels je, ik omhels je en iemand mijn ogen bedekte toen ik ontwaakte op aarde, de ogen vochtig.
Was het toen al bepaald dat ik Allegri beluisteren zou en erover schrijven?
|