Uiteindelijk zullen deze geschriften het beste creatief werk zijn dat hij zal gerealiseerd hebben in zijn leven, omdat het geschriften zijn waarin hij zich wentelen, zich keren kan, waarin zijn onrust spreekt, zijn verlangen geborgen wordt, waarin zijn stiltes en zijn dromen te kijk staan, waarin hij zich, in één woord, heeft uitgeleefd.
En hoe komt het dat hij niet uitgeschreven raakt, dat hij in staat is elke dag impressies op te tekenen van de persoon die hij is of niet is of zou willen zijn. Hoe lang houdt hij dit nog vol en, is het wel vol te houden? ‘Tell me’.
Het dagboek dat hij jaren heeft bijgehouden wordt met stof bedekt en de met de hand geschreven letters ervan verschralen, worden onleesbaar als geschrift. Het zal geen lezers kennen, en het heeft geen lezers nodig, het bijhouden was eigenlijk slechts een kwestie van het vullen van een pagina met woorden, wat er stond was bijzaak. Hij begon op de bovenlijn en schreef tot het blad vol was, zonder het ooit te herlezen. Het blad vullen was zijn doel, wat hij schreef was bijzaak.
Nu zet hij woorden neer die andere woorden oproepen, zet hij zinnen neer die reeds de erop volgende zin in zich dragen, maar hij voelt aan dat het moeilijker en moeilijker wordt. Het zijn schommelingen van de geest geworden en alles wat geest is schijnt te wijzen op een verstilling, een vervlechting van woorden, is een linnenmand geworden gevlochten door een ‘blinde’ man.
Vertrekkende van uit een andere hoek dacht hij in andere woorden over die vervlechting, luister:
Vervlechting van het woord in de zin, gezangen verhalend het verholene en aan te komen, ergens vaste grond te voelen waar je nog niet waart:
verwondering is er je deel.
Niet gekeken naar het voorbije niet naar het komende, het momentum genomen om het op te tekenen, te vermenigvuldigen tot een vaandel van het nu.
Maar het niet gehaald tussen de lijnen, gestruikeld.
Nochtans op hoogtes daar verwaaide boreale lichtfestijnen te interpreteren, als zaden in de grond, om er te groeien of om er te vergaan verkeerdelijk.
Vergrijsd, tot weinig nog in staat: zoals we gekomen zijn, zijn we weggegaan en aangekomen, waar het al lente was,
een wrong in de tijd.
|