Ik zal wel niet meer lijk een veulen in de bloemenweiden lopen, wat dacht je wel, mijn vriend mijn woorden lezend, dat het nog kon? Alleen mijn woorden nog zijn gevleugeld, zijn van de geest die gebleven is, die niet is omgeslagen, terwijl het lichaam zijn beste tijd heeft gekend.
Zo je weet het nu, hoe het met mij is gesteld, maar houd het voor jou, verkondig het niet, het is al erg genoeg zoals het is. Het belette me echter niet omheen de vijver te wandelen, hoewel het gras te hoog, beijzeld nog, toch ben ik er geraakt met wat moeite. We vergeten niet hoe het vroeger was toen het nog, zoals zo dikwijls wordt gezegd, het nog zomer was en je de schaduw van de bomen zocht of, verder terugblikkend, de tijd in, in winters van oudsher. Je kent ze wel, je weet genoeg wat je er van overhoudt, ergens onderhuids, ver weg in je gedachten.
Zal ik ze boven halen, of laten waar ze zijn om er gedekt te blijven voor een lange tijd terug, omdat te zeer geladen, te veel vertellend over wat was en over hoe het was: de sneeuw, het ijs, de kinderstemmen in de valavond, ijl en echoënd, of het nu van het nu, het exponentiële nu van alle tijden die er waren en niet meer keren zullen, al wilden we het, al smeekten we erom, wat voorbij is, is voorbij, het wordt gezongen in alle talen, maar helpen doet het niet. Integendeel
We houden het bij de dag die was voor enkele uren, toen we aan de vijver waren, het beeld ervan vergeet je niet, de mist er hing over de weiden en de velden, en het licht gefilterd, zoals het nimmer was, een lichtende opening naar de hemel toe, de naakte bomen gestalten flou getekend op de lucht, gespiegeld in het water. Alles om vast te houden, om te fotograferen, wat een lieve dame heeft gedaan, een kunstenares die het niet laten kon al gingen velen eraan voorbij.
We zien soms het mooie, het uitzonderlijke, anderen zien het helemaal niet, al is het er. Zo gaat het nu eenmaal het dringt niet door omdat we niet op het uitzonderlijke zijn ingesteld.
Zoals hij ooit las - was it meant as a Haiku? - ergens in China, op de wand van een fontein vóór het hotel: ‘Southern hills appear in sight of a leisurely mind’. Of, de betekenis ervan, alleen zij die buiten komen met een ontspannen, een open geest zullen de heuvels zien in het zuiden.
Mijn vriend onderschat nooit de wijsheid van het Oosten. We hebben er heel wat te leren, soms een leven lang.
|