Het is een droom van me geweest, ooit een gedicht te schrijven dat de essentie bevatten zou van al wat licht kan werpen op het leven in deze wereld, in deze Kosmos én, deze essentie te bezingen in volzinnen à la Karel Van De Woestijne, maar dan in een meer moderne versie ervan.
In feite bestaat het lang gedicht al, ik schreef dit, in het jaar 2000. ik schreef toen mijn ‘Genesis’. Het is dus geen droom meer. Echter ik weet dat dergelijke gedichten niet meer geschreven/gelezen worden, het heeft dus geen zin meer er nog aandacht aan te schenken, zeker nu niet, nu dit leven, hier op aarde, overschaduwd wordt door Covid 19. Dus ik laat de woorden van 2000 waar ze zijn en hoe ze er zijn.
Mijn opdracht nu - aan mezelf - is, Covid 19 niet binnen te laten in mijn geschriften, ik wil niet dat ook deze er door besmet zouden worden. Ik zal dus mijn oude, vertrouwde wereld niet verlaten, ik zal me houden in het licht van vroegere dagen en de schaduw van de virus, achter mij laten alsof die er niet zou zijn. Ik wil aldus niet geheim gaan doen over de roerselen van voorheen.
De droefheid die me, enkele dagen terug, overviel heeft zich ondertussen min of meer opgelost, maar de echo ervan is nog latent, er is nog de schemer van een wolkje aanwezig. Er zijn nog dergelijke momenten in mijn leven geweest. Ik denk dat het een soort van wanhoopgevoelens zijn die ons nu en dan overmeesteren. Gewoonlijk wordt dit nergens vermeld, alleen in een dagboek en deze blogs zijn mijn dagboeken geworden. Tussen haakjes, ooit las ik dat droefheid in de middeleeuwen, een zonde was, wellicht nog vandaag.
Maar, al laat ik ‘Genesis’ in de schuif, ik word toch telkens getroffen door bepaalde vergaande documentaires ons aangeboden op het scherm. Want er kan een belangrijk besluit uit afgeleid worden, niet zo zeer wat de opnames zelf betreffen, deze zijn van een uitzonderlijke kwaliteit, maar het sensationele schuilt in de vaststelling hoe planten en dieren zich ontwikkeld moeten hebben om te zijn wat ze zijn en vooral hoe ze er zijn.
Dit is niet in één oogwenk tot stand gekomen, de evolutie die ze hebben gekend is er een van zeer lange duur. Geen vraag wat er eerst was: kip of ei, eikel of eik; hier is niet gezegd zo moet het en zo is het, neen, het fenomenale is dat het bij elke plant en elk dier geleidelijk is gekomen, dat het, het werk is van miljoenen, misschien miljarden jaren, én dat het wellicht geen evolutie is geweest van elk dier of elke plant afzonderlijk, uitgaande van elk dier of elke plant maar, dat er van buiten uit - zegge vanuit de Kosmos - een globale beweging moet geweest zijn, een onzichtbare kracht, een wil zelfs, die inwerkte op alle levende wezens op aarde, de mens met grote zekerheid incluis.
Ik geloof niet dat deze kracht is stil gevallen of kan stil vallen, maar het effect ervan is zo minimaal dat het onzichtbaar is. Ik denk dus dat die blijvende aanpassing aan de levensomstandigheden, want dit is het, doorloopt, dat er nimmer een einde zal aan komen. En dan vooral wat de mens aangaat, is het niet in zijn materiële vorm, het zal zijn in zijn geest het belangrijkste center van de mens.
Maar ik had het over die kracht die heerst over het leven. Ze is er duidelijk aanwezig en ze werkt in een zelfde richting in alles en nog wat, ze duwt alles vooruit naar een steeds maar groeiende complexiteit. Ze heerst over de aarde, ze heerst over de kosmos, ze is het kloppend hart ervan.
Het heeft geen zin meer dat te ontkennen, niet de minste zin, we worden er te diep mee geconfronteerd. We zitten vast in de greep van de evolutieve krachten van de Kosmos. We worden door de Kosmos geschapen !!!
De vraag is nu, wie is die Kosmos, wat is dit Universum?
|