In zijn ‘Kroniek van een Coronajaar’ haalt Roger Tas, een vriend lezer, herinneringen boven aan een jeugdreis in Finland en verwijst hij even naar de Fins-Russische oorlog van 1939. Het volstond voor mij om me terug te voeren naar ‘Kaputt’, het boek van Curzio Malaparte, een reeks afschuwelijke oorlogsverhalen die hij, als oorlogscorrespondent zou beleefd hebben in de tweede wereldoorlog.
Een ervan is me bijgebleven. Hij heeft het over een groep op hol geslagen cavaleriepaarden die terechtkomen in het lage water van een meer en bevriezen door het plotse dalen van de temperatuur naar min veertig graden. Het werd een wit marmeren plaat, schrijft Malaparte, waar honderden en nog eens honderden paardenhoofden stonden - hij vergelijkt het met een schilderij van Jeroen Bosch - dat maandenlang te zien was tot de dooi intrad en er over het meer lange tijd een stank hing van dode paarden.
Dit is niet het enige zonderlinge verhaal in ‘Kaputt’, het boek dat uitkwam in 1944 staat er vol van, de meest gruwelijke eerst. Hij schetst hiermee een zeer akelig beeld van de oorlogsgruwel die hij ontmoette.
Curzio Malaparte[1] is vergeten ondertussen, ook over zijn ‘Il Pelle’, ‘de Huid’ van 1949 wordt niet meer gesproken, hoewel deze werken destijds als ophefmakend werden ontvangen. Ik spreek erover, niet omdat ik ze opnieuw terug tot leven wil roepen, neen, ze hebben meer dan hun tijd gehad, mij was het maar te doen om het beeld van de bevroren paardenkoppen. Wie toch geneigd zou zijn de werken op te halen moet ik verwittigen dat er passages zijn die eerder surrealistisch dan realistisch zijn; Ik verdenk hem trouwens een loopje te nemen met de waarheid.
Ik herinner me ook, een documentaire op de BBC waar hij Rommel ontvangt in zijn meer dan eigenaardige woning op een vooruitstekend stuk rots boven de Middellandse zee en Rommel die hem vraagt of het huis zijn idee is geweest. Neen, antwoordt Malaparte, het huis is er altijd geweest, het landschap is mijn idee.
Een zaak nog, ik heb altijd gedroomd het Hoge Noorden te bezoeken, Rovaniemi op de Noordpoolcirkel is een naam die regelmatig terugkwam, en nog, in mijn gedachten. Het leven heeft er anders over geoordeeld en Rovaniemi, zoals Finland, Zweden en Noorwegen is een droom gebleven. Alleen Denemarken bezocht ik ooit waar ik, vanuit Helsingör met het kasteel van Hamlet, een zicht had op Malmö aan de overkant van de Sont (?).
Zoals je ziet, mijn vriend Roger, je ‘chronycken’ gingen niet ongemerkt voorbij, ze waren een aansporing om me trachten te ontlasten van beelden die maar bleven terugkeren na het tweede deel van je kronieken gelezen te hebben
Wie weet wat je derde deel gaat brengen, een nieuwe bloemenweide?
[1] Curzio Malaparte, 1998- 1952, pseudoniem van Kurt Erick Stuckert. Naam die een tegenstelling is van Buonaparte, die, zegde hij, in vreemde omstandigheden stierf, hij, zou gelukkig sterven (aan kanker, maar dat wist hij niet.)
|