Ik herhaal hier, mijn vriend, omdat ik het zo dikwijls al gedacht en geschreven een levensspreuk van mij, een gedicht van voorheen, uit zijn keurslijf gehaald, herdacht en opnieuw geschreven, na Paul Nothomb her-gelezen en zeker Fabre d’Olivet die beiden, Genesis 3, 19, de waardevolste zin uit Genesis hebben verbrijzeld en de betekenis hebben gegeven die volgens hen de Hebreeuwse tekst, in het licht van de eeuwigheid, in zich draagt. Men leze hiervoor, van:
Paul Nothomb: ‘L' Homme immortel’ , Albin Michel, Biblioth. de l’Hermétisme 1984, , pag. 51,’Tu as été formé immortel et tu le redeviendras.’
Fabre d’Olivet : : La Langue Hébraïque restituée,Collection Delphica. Editions l’Age d’Homme 1975,(Facsimile van de oorspronkelijke uitgave). pag. XVII : Tout ce qui était esprit y est devenu substance, tout ce qui était intelligible est devenu sensible, tout ce qui était universel est devenu particulier..
Zo zal je nimmer vooraf weten wat je hand zal schrijven als de stem er is, en van je oude Bijbel op de tafel bij de haard en van de stenen die je raapte in de bergen op je wegen, gebeeldhouwd door de regen.
In Jobs vergeelde woorden toen gelezen dat de adem van d’ Almachtige ons het leven gaf. Al zegt ons niets of niemand, ook niet de stilte in de stenen wie die Almachtige is.
Een immanentie toch een bron van licht, een oorsprong die bestemming is, en zo geweten, al is het maar een ogenblik, dat d'eeuwigheid ons is toegemeten.
Kap dan, zoals je netels kapt, het stupide vers, 'je bent uit stof en tot stof keer je terug', uit Genesis weg.
Het hoefde niet, voldoende is geweten dat ons lichaam sterven zal. vooral dan als er gelezen moet: -zo vertaalden ons Nothomb en Fabre d'Olivet - ‘je bent van geest en tot geest keer je terug.’
Het enige geschrevene dat zinnig is.
|