DDIN: telkens ik de dood ontmoet op mijn weg wring ik me als een paling om als overwinnaar uit de strijd te komen. Het is sterker dan mezelf. Ik sla het gevecht niet af, integendeel ik zoek het op, zoals Fabre d’Olivet, zoals Paul Nothomb, Deze twee hebben de strijd aangegaan, zich steunend op wat ze in de Hebreeuwse tekst van de Bijbel (Genesis) lazen, maar vandaag is het gefilosofeer erover veraf, is het kijkend binnenin de materie zelf, is het, het ontbolsteren van de materie dat aan de orde is, wat een correcter en meer vaststaand beeld geven moet, Jean E. Charon, filosoof en fysicus, schrijft er openlijk over in zijn ‘Mort, voici ta défaite’(Albin Michel).
In feite, wat de dood betreft, en wat er is na de dood heeft de filosofie het afgedaan, is ze niet meer nodig, het houvast dat ze bood aan velen, wordt bevestigd door wat de materie zelf ons leert; de materie die geleid wordt door de geest, of het sterfelijke geleid/opgevoerd door het onsterfelijke: twee elementen die noodzakelijk zijn om de wereld draaiend te houden. Met dien verstande dat de functie van de geest meer en meer naar voren treed terwijl deze van de materie meer en meer afbrokkelt.
Aldus is deze morgen niet verschillend van deze van gisteren, mijn gevecht loopt door, het kent geen einde, het is inherent aan het leven zelf. En uiteindelijk het verschil tussen leven en dood, is heel dun, de annamiet, de vliegenzwam, is er een voorbeeld van, prachtig om aan te zien als je ze ontmoet in het bos of waar ook, maar ze draagt de dood in zich.
Uiteindelijk is het, het enige waardevolle onderwerp waarover kan gesproken worden, de posities erin liggen ver uit elkaar, ofwel is het, het einde, ofwel is het een nieuw beginnen, maar voor de mens hier op aarde is er geen tussenin, geen soort Vagevuur, het is het een of het ander, en ik voel me beter te wachten op het nieuwe dan te vergaan met het oude.
Het is dus ook de wijsheid die een beslissing, een oplossing brengen kan, sterven in het licht of vergaan in de donkerte. De keuze is gauw gemaakt.
Wat ik hier tot besluit beklemtonen wou: de dood is geen voer meer voor de filosofie, maar voor de fysica. Een gewaagde stellingname die meer en meer aan overtuiging winnen zal naarmate men verder doordringt tot het aller diepste hart van de materie.
En ook, het is maar, en zo voel ik het, dat je eens je dit onderwerp over de dood en wat erna is, aansnijdt, je er moeilijk van los komt. Je blijft argumenteren, je blijft zoeken naar een uitweg, alsof er een uitweg zou zijn.
In elk geval, wat mij betreft, ik heb ‘Mort, voici ta défaite’ naast mij gelegd. Ik herlees wat ik er heb in onderlijnd met potlood op vroegere dagen.
|