The Night Migrations
This is the moment when you see again the red berries of the mountain ash and in the dark sky the birds' night migrations.
It grieves me to think the dead wont see them - these things we depend on, they disappear.
What will the soul do for solace then? I tell myself maybe it won't need these pleasures anymore; maybe just not being is simply enough, hard as that is to imagine.
Je kunt altijd een schuchtere poging doen het gedicht te vertalen. De beelden, de gedachten erin om te zetten in het Nederlands met het behoud van de poëtische zinsvorming. Je bereikt dan bijvoorbeeld - we hebben mogelijkheden genoeg wat de woorden betreft - het volgende:
De nachtelijke trek.
Dit is het ogenblik dat je terug de rode bessen van de lijsterbes ziet en in de donkere hemel de nachtelijke trek van vogels.
Het bedroeft me te denken de doden zullen het niet zien - deze dingen, waarop we rekenen ze verdwijnen.
Wat zal de ziel dan doen als soelaas? Ik vertel mezelf, misschien heeft ze geen nood meer aan deze vreugdes, misschien is simpelweg het niet-bestaan toereikend, moeilijk als het is dit in te beelden.
Het schilderij dat Louise Glück ziet in haar herinneren, zien we ook: het moment dat ze terugdenkt aan de lijsterbes vol rode bessen, met in de nacht de trek van de vogels in zwermen erover. En het maakt haar droef te denken dat de doden - familieleden en vrienden - die gingen, dit beeld niet meer kunnen zien. Maar troost ze zich, er zijn zovele dingen die verdwijnen in het leven.
En ook welk soelaas zou het betekenen voor de ziel, wellicht heeft deze geen behoefte meer aan dergelijke vreugden, misschien volstaat het, het niet-bestaan; volstaat het, het er niet meer zijn, al is zo iets als het niet-bestaan, moeilijk voor te stellen.
Ik vind dit een perfect gedicht, alles is er voorhanden en vooral het situeert zich in het kosmische van het bestaan van de lijsterbes in vrucht en van de trek van de vogels erover.
En dan de dichter die denkt aan de dood en de vraag die in haar oprijst, wat betekent het, ‘er niet meer te zijn’, heeft de ziel het nog wel nodig de lijsterbes te zien en de vogels die er over trekken? Moeilijk is het, zegt ze, zich zo iets voor te stellen.
Is het niet de vraag van elk van ons?
|