Er zijn ook andere zaken die me bezighouden, onderhuids weliswaar, maar soms komen die boven als ik hoor - een e-mail dat me bereikt - hoe het in Frankrijk gesteld is. Ik lees dat de aanhangers van de Islam, aan de Fransen die zich in hun land niet meer thuis voelen, de raad geven om het land te verlaten. Dit bewijst voldoende, of het nu waar is of gezien moet als een mogelijkheid, hoe ver en hoe diep de Islam is binnen gedrongen in de Franse samenleving, ook hoe sterk de Islamaanhangers zich voelen op Franse bodem.
Ik wil hier even bij stilstaan omdat deze infiltratie van de harde kern van de Islam een gevaar inhoudt voor de komende generaties. Hun aantal blijft groeien, generatie na generatie; ze blijven sterk gegroepeerd en volgzaam, dan toch de meerderheid, zodat ze zich sterker en sterker gaan voelen als gemeenschap. Hieraan valt niets meer te veranderen, de weg is gebaand en het debat tussen het oosten en het westen krijgt vorm en betekenis.
Tenware, mettertijd, de harde kern niet mee gevolgd zou worden door de meer gematigden en er, zoals dit gebeurde met de macht van de Kerk in het Westen, dit ook gebeuren zou met de macht van de Islam om te beginnen in Frankrijk en, in de wereld.
Wat ik echter niet zo vlug zie gebeuren. Trouwens ik vermoed dat, als het er op aan komt, de gematigden onder hen nooit een hechte steun zullen worden voor het Westen.
Ik durf dus voorzien dat enkele generaties verder, de macht van de Islam sterk - misschien té sterk - zal zijn toegenomen en dat we ons in de luren zullen laten leggen: een volk met een geloof staat sterker dan een ander volk dat zijn geloof heeft afgelegd.
Is dan de toekomst die ons wacht, deze die Houellebecq in zijn ‘Soumission’ ons voorhoudt en zullen we gedwee, elke vrijdag de moskee, een omgebouwde vroegere kerk, ongeschoeid, na het gebruikelijke handen wassen, betreden?
Is dit een beeld, zo onwaarschijnlijk als het eruit ziet, dat ons wacht: wij biddend tot Allah, al onze westerse waarden verloochenend?
Ik zal het niet meer zien gebeuren, wat niet belet dat ik dit beeld niet wens voor mijn achterkleinkinderen, want Frankrijk ligt niet zo ver af, en als het in Frankrijk regent, droppelt het in België, als België dan nog zou bestaan.
Er is dus vanmorgen, duidelijk een bitterheid en een vrees in mijn gedachten. Ik zal me er moeten van loswrikken; achterlaten de doembeelden die in mij zijn opgerezen, niet alleen vandaag maar ook latent aanwezig in vele zaken die ik doe. Ik ben een even grote racist als deze van de Profeet, de harde kern ervan. ik ben tegen elke verder inwijking van dergelijke personen, ze betekenen met hun sharia een gevaar voor onze westerse samenleving, en ik stel vast dat hun infiltratie dieper en dieper doordringt.
Ik ben echter geen racist tegenover de gematigden, de echte gelovigen onder hen, integendeel ik weet genoeg welke waarden ze vertegenwoordigen; ik ben geen racist wat de andere niet-Islam volkeren betreft, zij komen hier niet binnen met getrokken messen, en hun religie blijft gedoken, ze zijn er niet op uit ons te bekeren.
Maar dat men me spare, me bevrijde van zij die hier rondlopen met moordgedachten en ons betitelen als ongelovigen.
|