We schrijven in de luwte van wat er gebeurt in de wereld die gedompeld schijnt in de nevelen van het Coronavirus. We staan er totaal machteloos tegenover, we kunnen enkel wachten en hopen dat de nevelen aan ons zullen voorbijgaan, maar zekerheid hebben we niet. Gelukkig, hebben we ondertussen een blog te schrijven. En vandaag was het lot ons gunstig, een vriend - goed dat men vrienden heeft - stuurde me beelden van een plaats in Saudi Arabië uit de Hidjaz, de ruïnes van Madain Saleg (te vinden op Google), een nieuw Petra: woningen, paleizen, tempels, graven, uitgehouwen, zoals in Petra, hier in de enorme rotsblokken verspreid over een grote oppervlakte zoals ik het zien kan op de beelden.
Saudi Arabië is een woord met een enorme weerklank voor mij omdat ik ervan overtuigd ben dat een deel van de Bijbelgeschiedenis zich daar heeft afgespeeld, Abraham en zijn zoon Ismaël zouden er de Ka’aba hebben gebouwd. En het gebeurde dat tijdens de reis die we hebben gemaakt door (toen) Noord-Yemen, we duidelijk het gevoel hebben gehad te lopen in de voetsporen van Mozes in zijn tocht door de woestijn die veertig jaar duren zou. En het gebeurde ook dat we, op de dag van mijn verjaardag, kampeerden aan de Rode Zee en ik van Parijse vrienden ‘La Bible est née en Arabie’ ten geschenke kreeg, een boek dat een revelatie betekende die me jaren bezig zou houden en de aanleiding worden zou van een correspondentie met Kamal Salibi die duren zou tot zijn overlijden in 2011. Hij was van 1929, twee jaar jonger dan ik.
Waarom ben ik hem gaan opzoeken, waarom moest ik lezen op zijn webbside dat:
‘The Saudis, true to their fears that the Israelis might decide to take Salibi seriously and colonise the mountains of Sarawat (which Salibi believed was the real "Jordan valley" of the Bible), sent hundreds of bulldozers to dozens of Saudi villages which contained buildings or structures from Biblical antiquity. All these ancient abodes were crushed to rubble, Taliban-style, in order to safeguard the land of Muslim Arabia and the house of Saud. At the time of the Prophet there had indeed been Jewish communities in Arabia. Salibi – wisely or not – never abandoned his Arabian convictions.’
Iets dat alles openscheurde bij mij want ik weet welke dorpen de Saudi’s hebben platgewalst, ze staan vermeld in het boek van Salibi. Het moeten de dorpen zijn waarvan sprake in Genesis hoofdstuk 23. En ik heb Salibi uit zijn rek gehaald - ik heb een vijftal boeken van hem - en ben gaan lezen:
‘Dans les environs de Namirah et dans cette même région de Qunfudhah il existe encore un groupe de quatre villages nommés Qaryat al Silan, Qaryat al-Shiyab, Qaryat ‘Asiyah et Qaryat ‘Amir - sans aucun doute le Qiryat-Arba, ‘village de quatre’ où mourut la femme du patriarche (Genèse 23, 2) qui est identifié dans le même contexte qu’Hébron’. Dans le même voisinage se trouve aussi le village de Maqfalah portant toujours le nom de la grotte de ‘Maqfalah’ que le patriarche acheta, hors d’Hébron, comme sépulture pour sa famille (Genèse 23, 91. Autant pour la précision de l’histoire de la Genèse.’[1]
De vriend, Albert S., weet niet welke vreugde hij me bezorgd heeft met zijn beeldreportage over de site van Madain Saleg. Namelijk nu heb ik met zekerheid kunnen lezen in een document dat open en bloot ligt, de snode daad begaan door de Saudi’s die de plaats waar Sarah en Abraham begraven lagen met hun bulldozers hebben onteerd en voor altijd vernietigd. Ik had het vroeger al eens gelezen maar had de bron ervan niet teruggevonden, dus heb ik het altijd verzwegen. Nu kan ik er openlijk over schrijven.
Ik zie dit als een historische Blog, geloof me.
[1] Kamal Salibi: ‘La Bible est née en Arabie’, page 206, Grasset, 1986.
|