Ik stond met Frank P. aan de vijver in de volle wind die van over verre oceanen kwam; een wind van vele dagen die voortjaagde over het land, niet afnam, zeker niet liggen ging.
Ik had zijn vader kunnen zijn maar ook zijn kameraad en toeverlaat. Ik stond er heel goed als ik luisterde naar hem, hoe hij, op het examen tot het bekomen van de Zwitserse nationaliteit, de jury zelf schaakmat had gezet met zijn kennis, niet alleen van het ‘Schwytzer Dütsch’ maar evenzeer met wat hij wist over Johann Heinrich Pestalozzi
Je spreekt over heel wat waar je bent aangekomen, rechtstaande, kijkend naar het dichtbije: de beweging op het water, het geluid ervan in de oevers, de zwerm vogels in de bomen, de wijde ruimte waarin je bent opgenomen en, uitzwermend in de tijd, ontmoet je, komende van oneindig ver, Pestalozzi (1748-1827), de Zwitserse pedagoog.
Frank vertelt meook over een bestelling van 100 Jambiya’s (dolken) die met sierlijke motieven gegraveerd moeten worden. En, eens verzeild in de Arabische wereld, wat hij wist over de Muqarnas.
En, waar we daar stonden in open lucht, in de wind, in de geur van water en grassen, wist hij het voor mij te lokaliseren, heel dichtbij, op: https://makezine.com/2016/12/16/heirloom-tech-math-magic-muqarnas/.
Er is dus geen verbazen meer. Waar je ook bent alles wordt in je schoot geworpen tot het meest ingewikkelde toe: het hoog ambachtelijke, het bijna miraculeuze vlechtwerk van de Muqarnas met naast je, de simpele natuurlijkheid van de vijver. Groter tegenstelling is er niet.
Het bevreemdende is dat die samengaan met de slagzin van KLARA: ‘wees verwonderd’. Een verwondering die van alle tijden is: In het kasteel in Cawdor-Schotland, dat van Macbeth, staat het er als ‘be mindful’.
Het leven is aldus een grote verbazing geworden, als we het nog niet wisten worden we er nu, met een Google-encyclopedie in de hand, voortdurend op gewezen.
Ik had al een beeld van wat Muqarnas waren in een werk van Titus Burckhardt - dat Frank niet kende - ‘l’Art de l’Islam, Language et Signification’[1], over de ware, de enige Islam, zoals die beleefd werd, in een beginstadium, ook als een uiting van kunst en schoonheid. Een schitterend werk van een groot meester met de nadruk op het filosofisch aspect van kunst en religie. Een werk dat duidelijk wijst op het afvallige dat voor het ogenblik de kop opsteekt.
Burckhardt had reeds een beeld van het afvallige van de kunst in het westen, als hij het, in zijn voorwoord van 1985, had over ‘la Beauté’: ‘D’où vient son absence dans un monde qui, aujourd’hui, menace d’envahir toute la surface de la terre?
Ik denk hierbij, had ik Frank gezegd, dat hij toen ook dacht aan het verval van de ‘spirituele schoonheid’ die hij ontdekt had in de ware, oorspronkelijke Islam. waarover hij een duidelijk inzicht had.
Zo liep een ontmoeting aan de vijver over in diepzinnige gedachten over de kunst in de Islamwereld, na een omweg te hebben gemaakt via Johann Pestalozzi, om maar niet te spreken over wat verteld werd over de Furka- en de Grimselpas, over de Rhônegletsjer en het dorpje Gletsch en over, een werk van Panamarenko, ‘les dépendances’.
Een blog, niets meer dan een herinnering aan een namiddag aan de vijver, ingekleurd door mijn gesprek met Frank P., een namiddag dat de lente in de lucht hing, zoals we beiden dachten toen.
[1] La bilbliothèque de l’Islam, Sindbad, Paris, 1985.
|