Neem de tijd, houd hem opgesloten, houd hem in je cellen en laat hem niet meer gaan.
Houd de zon, de aarde, houd de wind, de golf, het licht, houd het geboren worden en het sterven, houd alles wat te houden is, en neem de tijd, gevangen.
Veel tijd Heb je niet meer te gaan, hem houden is belangrijk dus,
Zo, te schrijven en verlost te worden woorden die nu opgestapeld staan, wachtend op de zegen van de tijd om ze vast te nagelen daarna,
voor een tijd.
Veel meer dan wat ik schreef op 13 november 2012, is er hierover niet te vertellen. Eigenlijk niets, het is meer een Spielerei van woorden, de tijd ermee omkranst, zonder ook maar een jota te wijzigen aan wat de tijd is.
Ik het niet wagen zou. Trouwens, ik me er niet wil blind op staren, me niet verheffen wil, als grootschrijver op de kosten van de tijd. Hij mijn meester is en ik hem ondergaan moet als hij er staat in de morgen of als hij even, even maar verdwijnt als ik slapen ga, mij soms dromen laat.
Dromen die voorbijgaan mettertijd, die uitgedroomd zijn omdat je weet dat je tijd van nieuwe ontdekkingen voorbij is. Dat je, wat voor jou het beste is, beter terugblikt naar zoals het was in je jeugd dan vooruit gaat kijken op wat nog komen moet. En hoe het dan was herinner je nog amper, alles is vergroeid - en je denkt aan de draad destijds vergroeid in de stam van de wilgen - in de jaren tot deze van nu. Niet alleen vergroeid maar opgelost.
Er thans niets meer te wijzigen valt aan wat is. Er geen hulp meer te verwachten valt. Toch blijf je er op rekenen, het is sterker dan je zelf. Herinner je het verhaal van de schorpioen, herinner je.
Ogenschijnlijk ben je enkel nog herinnering.
|