Er zijn gedachten die ik niet kan nalaten terug op te dienen maar dan vertrekkende van uit een andere hoek om uiteindelijk aan te komen waar ik al zo dikwijls ben aangekomen.
Het zijn telkens invallen die ik meeneem en zich verder schrijven naar een besluitvorming toe.
Gisteren heb ik me bediend van enkele verzen van Dante, ik had me evengoed kunnen bedienen van wat Karen Armstrong me aanreikt in haar ‘A History of God’[1]:
As the Sacred Hadith had made God say: ‘I was a hidden treasure and I yearned to be known. Than I created creatures in order to be known by them.
Moet ik Dante beschuldigen van een soort piraterij of is het maar logisch dat op verschillende niveaus van plaats en tijd, het mogelijk is dat bepaalde gedachten eenzelfde kleur en inhoud kennen.
Ikzelf ben er ingelopen en heb gemeend - sterk gemeend - dat de visie van Dante als van de Profeet het verspreiden waard was omdat hieruit een verhaal kan gepuurd worden waarbij de mens - de geest van de mens - centraal komt te staan in het ontstaan van het Universum, en dit als de essentie van al wat er te weten of te kennen is. Het enige van waaruit alles kan worden vastgelegd, dan toch wat het oer-aspect van elke religie aangaat: het Universum is er opdat de mens-geest er zou kunnen zijn als het ‘wordend’ evenbeeld naar de God - de geest van het Universum - toe.
Ik beken dat dit een zware uitroep is die weinig schrijvers, met de kracht die ik er aan geven wil, hebben rond gestrooid. Ik wacht nu, hetzij op de afbreuk ervan, hetzij op de bevestiging ervan. Beide gevolgtrekkingen kan ik aan.
Ik ben aldus verder gegaan op mijn elan van gisteren. Ik was nog niet uitgepraat. Als het dergelijke onderwerpen betreft zit ik genesteld in het oneindige, in het eeuwige en betreft het, het diepste van ons zelf, daar waar alles begint en alles zal eindigen. Tenware er geen einde zou bestaan. Onder deze verklaring zou ik een handtekening moeten plaatsen zoals Donald Trump zijn handteken, een kanonschot zijnde, plaatst.
Mijn besluit - ik trok al heel wat besluiten - is gemakkelijk te begrijpen, en ik had hiervoor noch Dante, noch de Profeet nodig: ofwel is de mens er omdat het Universum er is, ofwel is het Universum er omdat de mens er moest zijn.
Jullie weten het al, ik ben voorstander van het laatste paradigma, het meest betekenisvolle: het Universum is er omwille van de mens die er is. Ik haak me hier aan vast met al mijn krachten.
Ik voeg er wel aan toe: nu we er in geslaagd zijn een ontelbaar aantal planeten te ontdekken, dat dit paradigma geldt voor elke planeet waar leven mogelijk is. En er zijn er misschien enkele waar de geest die deze van het Universum is al veel verder is gekomen dan hier op aarde.
Echter dit is nog een oneindig grotere gissing.
[1] Karen Armstrong: ‘A History of God’, Mandarin paperbacks 1997 (p.273).
|