Mijn waarde, mijn beste Dante Alighieri,
Het mag geweten zijn hoe ik destijds bij jou, die gedurende jaren mijn gezel is geweest en vandaag nog is, ben terecht gekomen, want de omstandigheden waarin dit gebeurde waren allesbehalve normaal te noemen.
Zo is het gebeurt, dat iemand in de Librería del Corte Inglés in Alicante, een dun blauw boekje uit de vele rijen boeken heeft gehaald en het, op ooghoogte, boven op een rek heeft achtergelaten, opdat ik, die er ben langs gekomen, het opmerken en het nemen zou, en getroffen én door de titel én door de naam van de schrijver, het zou openen en lezen:
... notas que no leerán los pocos dÍas / que me quedan, … / un libro y en sus páginas la ajada / violeta, monumento di una tarde / sin duda inolvidable y ya olvidado.
En ik ook, geconfronteerd met de weinige dagen die mij nog resten, denkend aan het verwelkte viooltje dat ook ik eens vond tussen de bladen van een boek, eveneens als herinnering aan een, zonder twijfel, onvergetelijke namiddag die ik toch vergeten ben, aarzelde niet en kocht ‘Nueve Ensayos dantescos’ van Jorge Luis Borges voor de prijs van negenhonderd pesetas.
Het is op deze wijze, dankzij degene die het boekje uit zijn rij heeft genomen om het te leggen waar ik het vinden ‘moest’ dat - ik dacht ooit dat jij zelf, Dante, het kon geweest zijn, zo groot was de impact achteraf - het web van gebeurtenissen dat zich voortdurend wijzigt in intensiteit en verweving, een opening heeft gemaakt naar jou, Dante Alighieri en dat je Divina Commedia voor de zoveelste maal mijn wegen heeft gekruist.
En de dagen erna, in San Juan op de rotsen gezeten met de zee voor mij, een beeld van beweging en oneindigheid, heb ik de ensayos dantescos, al had ik af en toe een woordenboek nodig, gelezen. Het was lectuur naar mijn hart, lectuur naar mijn geest. De woorden van Borges waren voedsel voor mijn verbeelden, en in mijn onderbewustzijn moeten zich toen perspectieven geopend hebben die onvermoede mogelijkheden inhielden.
Ik las bij Borges, dat hij je las in je eigen taal met behulp van de Engelse vertaling, en dit onder meer op de tram die hem elke dag, in Buenos Aires, naar de stadsbibliotheek bracht waar hij werkzaam was.
En zo gebeurde het met mij dat daar, aan de zee gezeten, waar, in je Inferno, Ulysses was voorbij gezeild; waar het grote licht van de wereld zich mengde met het water tot een schittering van vloeiend goud en zilver, dat in mij het wondere gevoel is ontstaan dat de ontdekking van Borges’ boekje een omen was dat een opdracht inhield naar jou toe.
Terug in die woning van mij, een woning gedrenkt in het grote tijdloze wonder van het openbloeien vroeg in de lente en het stilvallen in de herfst, een woning gevuld met boeken, groeide het verlangen je Divina Commedia te gaan lezen in het Italiaans.
Toevalligheid: het vinden van Borges’ Nueve Ensayos dantescos? ik geloof het niet. En Borges evenmin dacht eraan zijn ontmoeting met de drie kleine volumes van de Commedia toeval te noemen, want schrijft hij in zijn ensayos - en ik ben het volledig eens met hem - toeval bestaat niet. Wat we zo graag toeval noemen is onze onwetendheid over wat de complexiteit betreft van de machine die alle gebeurtenissen opvangt en verwerkt naar het komende.
En, mijn waarde Dante, of noem ik je Alighieri, het was me duidelijk dat mijn ontmoeting met Borges verweven lag in de oneindig vele vertakkingen van het web van gebeurtenissen, waarvan ik niet de minste notie en waarover ik niet de minste controle had. En zo is het dat geïntrigeerd door de visie van Borges over negen welbepaalde passages uit je Inferno, voor mij, voor de zoveelste maal, mijn avontuur met jou begonnen is en dat ik maandenlang, met een grote inzet, het voorbeeld van Borges indachtig, je Inferno, je Purgatorio en je Paradiso gelezen heb.
En wat meer is, ik ben begonnen met je een lange brief te schrijven, jou en Vergilius volgend op je wondere tocht door de Hel. Uiteenzettend wat voor mij die tocht betekende en hoe ik reageerde op de beelden die ik, dankzij je verzen, te zien en te verwerken kreeg.
Het is een lange tocht en een lang schrijven geworden, een pelgrimstocht in je voetsporen die jaren heeft geduurd. Het resultaat van die tocht met jullie door de Hel heb ik uitgeschreven, het resultaat ervan ligt geborgen in mijn schuif. Of ik je correct gelezen heb weet ik niet want je hebt je lezers van in den beginne gewaarschuwd dat heel wat verborgen ligt in de verzen van je Inferno, vooral als ik dan las:
O voi che avete gl’ intelletti sani / mirate la dottrina che s’asconde / sotto il velami de li versi strani. .[1]
Verzen dus die me heel wat tijd en opzoekingen hebben gevergd om verder te gaan om door te dringen tot de verdoken betekenis van je verzen.
Mijn tocht met jou en mijn schrijven naar jou toe hebben jaren, en ik overdrijf niet, mijn dagen gevuld met jou; was elk vrij ogenblik gericht naar jou; kon ik niet zwijgen over jou tegenover vrienden of tegenover wie ook maar iets met jou te maken had. Men vertelde zelfs dat ik verliefd was op jou. En inderdaad, in die dagen was ik verliefd op je woorden, en op je wijze van verbeelden, Voelde ik aan den lijve de moeite die het je moet gekost hebben, heel wat meer dan de moeite die het mij heeft gekost om je taal te vertalen naar mijn taal toe.
Dit wou ik je vertellen, mijn waarde Dante, ook omdat ik voel dat je, zoals de zomer aan het wegglijden is in de herfst, jij ook stilaan aan wegdeemsteren bent uit mijn gedachten. Er is zoveel nieuw dat opduikt elke dag, en zoveel nieuws dat ik te vermelden heb, dat je wegschuiven in de tijd onvermijdelijk wordt.
Oppervlakkig is dit zo, maar de negen essays die Borges uit je Inferno filterde, bewaar ik als een lichtende baken in de nacht naar jou toe gericht. Ik houd je, ondanks de afstand die ons scheidt, dicht tegen me aan als ik schrijf, trouwens ik voel dat je toekijkt over mijn rug.
Houd het zo.
[1] ‘U, met een gezonde geest, kijk naar de leer die schuil gaat onder het gordijn van deze vreemde verzen (Inferno, canto IX : 61-63)
|