Morgen: Het eerste licht, vaal nog, teer nog, amper kleurend de dingen. Als je het venster wijd opent de eerste teugen verse lucht; als je luistert, de tortels en de vinken, de meesjes, de eerste geluiden. Het begint met wat je ziet en hoort en voelt: een licht kolkende mengeling van substanties van waaruit je vertrekt - het landschap dat hij ziet en beleeft voor een schilder. Ikzelf ben er niet beter aan toe, ook niet minder.
Eens op weg, eens je de vleugels geopend, waar gaat je heen, welke mogelijkheden van wegen krijgt je voorgeschoteld om ergens te eindigen na je zwerftocht van elke dag?
Je zult dus het momentum nemen zoals je het gisteren nam, dankbaar zijnde dat het er is, dat het zich verspreid zoals de geur, de bijtende geur van een veld lavendel in de hitte van de zomer. Zich verspreid, zoals het gisteren was en de vele dagen ervoor in een variatie van zijn. Je er niets voor hoeft te doen, de wolk komt zo op je af, je hebt ze maar te nemen, niet te aarzelen, niet te kiezen noch te analyseren, ze is je toeverlaat voor de tijd dat ze er is, niet voor lang, niet voor kort, juist de tijd nodig om te halen wat te halen is, de stilte ook en het binnenste ervan. Al weet je niet wat het binnenste is, je weet dat het er is, dat het er is om gezocht te worden, niet zo zeer om te vinden wat er zou kunnen zijn maar eenvoudig weg omwille van het zoeken naar.
Veel meer rest je niet meer, je hebt al heel wat woorden gebruikt om lijnen te trekken, ideeën af te bakenen. De vele momentopnames van je leven, liggen er in vast, echter losjes over elkaar gelegd om uitgerold te worden - indien ooit - als je er niet meer zult bij betrokken worden.
Een gissing telt hier niet, simpelweg, je weet het niet, en je hoeft het ook niet te weten hoe alles verlopen zal. Franz Kafka dacht het ook te weten, en hoe hij zich vergist heeft toen, waar Max Brod heeft voor gezorgd. Beter is de dingen op hun beloop te laten, niets te verkleuren door het maken van plannen.
Ik herlas wat er van gisteren was, zoals ik herlees wat er van mijn leven was in de dagboeken die er staan. Maar dit van gisteren was een noodzaak om te weten welk “disaster” de hitte had veroorzaakt in mijn geest, wat ik niet wens te herhalen vandaag, Al loop ik het risico. Het is dus aan jullie om weg te snijden wat niet hoeft en over te houden wat is van de winden over de lavendelvelden in de Midi of van deze in mijn gedachten, die van over verre zeeën komen aangewaaid. Verrast dat ze er zijn in hun grote verscheidenheid.
Je hebt het maar te dromen opdat zou zijn wat is. Zo ben je ingesteld. Al lukt het niet altijd, al zijn er soms gedachten die van andere streken komen, op een rots gezeten, hoog in de vlinderluchten van, gedurende ogenblikken het ‘soms-niet-zijn’.
|