Is er, nu de mens als humaan wordt gezien, zo iets op komst als humaan-zijn
in het vierkant, niet zoals de snelheid van het licht in het vierkant maar
humaan maal humaan en dit in de diepte?
Is het dit dat de evolutie voor ons in spe
heeft, de grote verrassing die de mensheid wacht, om de hoek, in de tijd, enkele
tienduizenden jaren verder?
Ik vertel jullie niets nieuws als ik schrijf -
met de woorden van Hokusaï in het achterhoofd - dat elk geschrift van mij een
poging is om het steeds maar beter te doen dan de keer er voor.
Het gaat wel niet trapsgewijze, elke dag wat
beter, maar ik voel toch, al zeg ik het zelf, dat er een zekere progressie is
en dat ik, zeker nu, niet meer de hoop mag opgeven, ooit eens het hoogste te
bereiken wat ik hoopte te bereiken. Het succes, als het ooit komt zal te wijten
zijn aan mijn blijvende inzet, ik zelf zal er verantwoordelijk voor zijn, ook
als ik er niet in slaag.
Dit zijn weliswaar boude woorden, maar we zien
het groot. We wensen niet ter plaatse te blijven trappelen, we wensen vooruit,
het zit zo genesteld in onze genen. Het is trouwens een logisch iets als ik
denk vanwaar ik kom.
De humane mens van Roger Garaudy komt van heel,
heel ver. Hij moet, alse en vaag droombeeld ervan, in zijn minimaalste essentie,
aanwezig zijn geweest op het moment van de Big Bang en deze oer-oer-essentie is
uitgegroeid tot een beginnend mens-zijn dat op een ogenblik in de tijd, met een
kwast en een schotel verf op het punt stond de wand van de grot waar hij verbleef
te beschilderen. Het beginpunt van zijn humaan-zijn.
De vraag die zich stelt achteraf: is het deze
oer-oer essentie van de mens geweest die
er voor gezorgd heeft dat het op een bepaald ogenblik in de tijd, gedacht heeft
aan kwast en verf of, is het, het gevolg van een evolutief gebeuren geweest dat,
van in den beginne, in het moment van de Big Bang, zat ingebakken en gezorgd
heeft dat de hand van de mens een bizon tekende op de ruwe ondergrond van de
wand van de grot waar hij leefde ?
Het antwoord op deze vraag is ook het antwoord
op de vraag gesteld in de eerste lijnen van mijn betoog.
Ikzelf ken de overtuiging dat de mens - ik denk
dan niet aan zijn uiterlijk, aan zijn voorkomen - geestelijk evolueren zal naar
een homo sapiens sapiens, naar een geestelijk-zijn-in-het-kwadraat.
Vraag me niet wat dit betekent; vraag me niet wanneer dit gebeuren zal. Wel
denk ik dat het verloop ervan exponentieel zal gaan, zeker niet de tijd die
nodig is geweest om van hominidae te komen tot de homo sapiens van nu.
Dit is deel van het ongewisse, maar, zoals het
Universum in beweging is als Universum en elk part ervan, dus ook de mens, deel
uitmaakt van deze evolutie, dus ook de geest, de spirit in het Universum, het
ook gebeuren zal met de geest, de spirit in de mens.
In elk geval, vandaag staan we veel verder dan
waar we stonden bij het begin van de Verlichting. De wetenschap is
open gebloeid, schijnbaar bereikt ze thans een voorlopig eindpunt, staat ze op
het punt te kantelen in een meta-wetenschap, de New Physics hebben ervoor
gezorgd dat dit punt werd bereikt zodat er, zo wordt gezegd, er niet meer begripvol
kan over nagedacht, kan over geschreven worden.
Het religieus gedachtengoed daarentegen heeft,
rampzalig genoeg de wetenschap/Verlichting niet gevolgd. De Kerk heeft haar
machtspositie willen behouden en ondergaat thans de gevolgen van haar stugheid.
Maar het is overduidelijk de geest van de mens
is geëvolueerd. Er loopt een lijn van uit de Big Bang naar de humane mens die
doorlopen zal naar de toekomst, niet noodzakelijk met een zelfde gestadigheid,
er kunnen tempoverschillen zijn, maar deze zullen overwonnen worden en de
vooruitgang naar het kwadraat toe zal er komen.
Gebeurt het dan toch niet, komt er een dikke
kink in de kabel, om een of andere menselijke reden, of een andere, de aarde
heeft wellicht niet het alleenrecht. Er zijn andere plaatsen om er, zoals
begonnen is op aarde te herbeginnen op een andere planeet - misschien zijn ze
zelfs daar al aan het kwadraat toe.
|