Ik loop hier al een tijdje rond met
een zin van Albert Einstein die een vriend - hij is er gelukkig nog om me te
lezen - me enkele jaren geleden, toestuurde:
Lidée que lordre et la précision de lUnivers dans ses
aspects innombrables serait le résultat aveugle de lhasard est aussi peu
crédible que si après lexplosion dune imprimerie tous les caractères
retombaient par terre dans lordre dun dictionnaire..
Het is met deze zin dat ik, na a fortnight afwezigheid, wou terugkeren
naar jullie. Het lot, of is het de tijd, beschikte er anders over, maar ik
behoud hem, het wordt nu een zin die nazindert in de echo die er nog moet zijn
van de laatste slag van de bourdon
van Notre-Dame de Paris.
Het is ook een zin die een standpunt inneemt
dat ingaat tegen wat een Jacques Monod[1],
vijftig jaar geleden nog schrijven durfde:
Lhomme sait enfin quil est seul dans limmensité
indifférente de lUnivers, doù il a émergé par hasard. Non plus que son
destin, son devoir nest écrit nulle part. A lui de choisir entre le Royaume et
les ténèbres.
Ik heb een
hekel aan mensen/schrijvers en hun vermeende zekerheden - lhomme sait enfin - maar, wat mij betreft,
er is een maar. Ik zie onmogelijk in dat het ontstaan van het atoom, het oerbegin
van het ontstaan van de mens, hoe dit, zoals het atoom gestructureerd is, een
toeval zou kunnen zijn, gezien een toeval altijd het gevolg is van
oorzakelijkheden, en er in het punt dat de tijd is gestart, de Big Bang, er
geen oorzakelijkheden voorhanden waren.
Ik geloof
dus niet dat Monod het beeld, de structuur van het atoom en het ontstaan van die
structuur, voor ogen had, als hij zijn zin heeft geformuleerd. Want, en dat
geloof ik dan met zekerheid, dat het atoom is ontstaan uit deeltjes,
mini-particules, die hoogstens enkel deeltjes spirit kunnen/moeten geweest zijn
en dan situeert het toeval-punt zich op die plaats en nergens anders. Dan kan
er van toeval geen sprake zijn, kan er nooit meer van toeval, van le hazard van Monod, nog sprake zijn.
Dit is dan mijn
zekerheid die ik verkondig - zelfs al beweer ik dat er geen zekerheden zijn -
dan zie ik dit dan toch als de enige zekerheid die er ooit is geweest : de
materie ontstaan uit de geest, of, wat veel poëtischer is : In den beginne
was er het Woord, was er Tao.
Een - boude misschien
- stellingname, die ik stel tegenover deze van Jacques Monod. Een
stellingname die ik koester, die uitgestald ligt over al wat ik ooit geschreven
heb en nog schrijven zal. Ik zie absoluut niet in, welke andere stellingname
ooit die van mij zou kunnen aan het wankelen brengen.
Het is met
deze en geen andere dat ik verder ga.
[1]
Jacques Monod: Le hasard
et la nécessité, Edition du Seuil, 1970), pag. 225
|