Neither
to and fro in shadow from inner to
outer shadow
from impenetrable self to imprene-
trable unself by way of neither
as between two lit refuges whose
doors once neared gently close, once
turned
away from gently part again
beckoned back and forth and turned
away
heedless of the way, intent on
the one
gleam or the other
unheard footfalls only sounds
till at last held for good, absent for
good from self and other
then no sound
then gently light unfading on that
unheeded
neither
unspeakable
home
De
tekst en de vertaling van, en een essay over dit gedicht van Samuel Beckett,
kan je vinden in dat warm en soepel in de hand liggend, schitterend
geconcipieerd en even schitterend geschreven boek van Stefan Hertmans: Het putje van Milete, een bundel
essays uitgegeven door Meulenhoff,
Amsterdam, 2002. Hertmans schrijft hier over het ontstaan van het gedicht, de
moeilijkheid bij het vertalen - hoe vertalen we neither en dan liefst in één woord?
De
wijze waarop Hertmans, Becketts woorden overbrengt is gewoon een poëma op zichzelf. Maar wat
ook en hoe ook, het is een boek dat ik koester, des te meer er ook een
essay in voorkomt over Maurice Gilliams, die mijn literair leven in een zekere
zin op hol bracht; over de Gentians
van D.H. Lawrence, die ik zo zie groeien in de bergen; over Jorge Luis Borges,
die me veroverde met zijn Nueve Ensayos dantescos.
Ik
moet bekennen dat ik het gedicht van Beckett gezien heb als een abstracte
schilderij in woorden, met oninterpreteerbare vormen en kleuren. Het is,
gedragen door deze idee dat mijn neither-gedicht is ontstaan. Het is geen
vertaling - behoudens het italiek gedrukte - maar een eigen versie van Neither.
Noch
We zullen wel
nooit
een neither-gedicht schrijven
zoals Beckett
het
onverwoorde te verwoorden wist,
niet te
begrijpen
omwille van zo
alles zeggend
in
niets-betekenende zinnen
alsof het
Universum erin verscholen lag
en toch ook maar
niet, weergalmend,
de dood
een abstract
in woorden
schilderij
waar kleur en vormen weggelaten
om even maar
wie we waren.
We zullen wel
nooit
een neither-gedicht schrijven,
al wilden we
om het ontzaglijke
van dit leven
dat ons omkneld hier houdt
en toch
bewegen
laat in een
eigen eigenzinnigheid,
zo denken we
maar geen gedicht
om op te vallen
om er naar uit
te kijken,
om er slapen
mee te gaan,
onverlet,
onverlaten, on-overeenstemmend
van het zijn toch
zoekend
naar de zin
van sterren en sterrenstelsels,
beangstigend
oneindig
oneindig alles
is,
en wij,
innerlijk enorm
omdat we alles
beluisteren, bekijken kunnen,
opentrekken,
verzegelen en dichter brengen
tot ons
binnen, en begrijpen niet
te begrijpen
kunnen,
al wilden we,
dan
o zo teder, zo losjes
het licht wegdeemsterend
dat achteloos evenmin
niet uit te spreken
thuis
Maar een neither-gedicht
zullen we wel
nooit
schrijven, al wilden we
opstijgen
kunnen
om ons te
verliezen
een nimmer te
vergeten ogenblik
van het zijn.
|