In
Infinite in all directions vond ik de
passage terug die ik, de vorige dag, bij gebrek aan tijd, niet gezocht had. Wel
ik viel vandaag bij Freeman Dyson op de zin in kwestie, die terug grijpt naar
wat ik in mijn vorige blog had willen optekenen:
To me
the most astounding fact in the universe, even more astounding than the
flight of the Monarch butterfly, is the power of mind which drives my fingers
as I write this words.
En,
zegt hij verder, dat, ingevolge een natuurlijk proces, een biologische
evolutie, nog altijd mysterieus, een miljoen butterfly brains die samenwerken
in een menselijke schedel, de macht en de kracht hebben, gedachten en gevoelens
over te brengen, die anderen erna kunnen interpreteren als waren het gedachten
en gevoelens van hen zelf, én - en dit is een prachtige veel zeggende zin - Here on this small planet, mind has
infiltrated matter and has taken control.
Of
in andere woorden, het is de geest die het voor het zeggen heeft; de geest die
de materie overtroeft. Dit is trouwens de toonaard van mijn manuscript. Ik ben
zelfs een stap verder gegaan en heb geschreven, dat de materie is ontstaan uit
de geest; dat er nimmer een versmelting van de minimale deeltjes die er, op een
of andere wijze waren in den beginne, tot stand had kunnen komen hadden die
deeltjes niet geweten wat hen te doen stond.
Hieraan
is ondertussen geen jota gewijzigd, ze weten het nog altijd. Wat er kan gebeurd
zijn, is, maar ik betwijfel dat het nodig is geweest, dat ze na 13.8 miljard
jaar, er wijzer, slimmer, op geworden zijn.
Wel
is er gebeurd dat de bewustwording in de mens, van de aanwezigheid van de geest
in de materie, meer en meer, exponentieel zelfs, is toegenomen.
In
feite, geest, het onzichtbare, overheerst alles, alles en alles. Er is niets in
deze wereld dat niet het teken van het Onzichtbare draagt, zeker niet als ik de
deur van de wagen open van op afstand, als ik het teken geeft om deze woorden
tot bij jullie te brengen of als ik, van waar ook, Google raadpleeg en het
antwoord bijna ogenblikkelijk te zien krijg.
Er
is niets, waarover we niet zouden moeten verwonderd zijn, maar dit is waar de schoen wringt, we zijn te geblaseerd,
verwondering is een woord dat we niet meer kennen. Klara vraagt het ons nochtans
elk moment van de dag en de nacht, maar de betekenis ervan dringt niet meer door.
De taal ook wordt een dood woord.
Hiermede
is alles gezegd en is niets gezegd. De essentie die een vorm van De Waarheid
is - het paradigma van het Zijn - zien we niet. Ik vrees dat we het nimmer
gezien hebben, dat we de overgang van homo, naar homo sapiens, nog niet ten
volle hebben doorgemaakt, terwijl aan de horizon, de homo sapiens- sapiens ons
al wacht.
De
geest die van de kosmos is duwt ons in die richting, we volgen schijnbaar node.
Misschien beginnen we nu stilaan, de wervelende kracht ervan aan te voelen.
Misschien?
|