Ik
denk vanmorgen in het bijzonder - niet dat ik er niet altijd aan denk - aan de twee
vrienden van het allereerste uur, aan hen die me van mijn eerste verschijnen af
hebben aangemoedigd en gesteund om vol te houden. We zijn nu jaren verder en ik
weet dat ze me trouw gebleven zijn, dat ze me zijn blijven lezen en blijven aanmoedigen.
In de loop der jaren zijn er andere lezers opgedoken die me even trouw gebleven
zijn. Ik vermoed hun namen maar zekerheid hierover heb ik niet. Het gebeurt dat
ze me iets laten weten en als ik het
aantal lezers zie die me dagelijks hebben opgezocht, dan weet ik dat ze er nog
steeds moeten zijn en met een grote regelmaat me bezoeken. Ook hen bedank ik
voor hun trouw, ook zij leven in mijn gedachten als ik schrijf, als ik zoek
naar de woorden die tegemoetkomen aan wat ze wensen te lezen van mij.
Maar
vandaag denk ik vooral aan de steunpilaren van het eerste, het allereerste uur,
ze zijn me duurbaar, zonder hen stond ik nergens, wat niet wegneemt dat deze
van het tweede en derde uur, de getrouwen, me even duurbaar zijn.
Waarom
zeg ik dit nu, waarom het niet vroeger laten blijken dat ik allen dankbaar ben?
Wel ik denk dat ik de laatste dagen een soort spasme heb gekend; minder
duidelijk ben geweest. Dat er een grote aarzeling in mijn teksten is geslopen
die wijst in de richting van een vermoeidheid die is opgetreden, een duidelijk
tekort aan inspiratie, met het gevolg een gemis aan spontaneïteit, een teveel
moeten-zoeken, wat neer komt op het uitwringen van de citroen.
Ik
ben gisteren op wandel geweest op mijn harde schijf en ben geconfronteerd
geweest met het vele dat zich daar heeft opgestapeld. Het is een grote warboel
die zich gevormd heeft, teksten van ver voor mijn eerste blog, teksten van de
vorige eeuw, nog in het spoor van Willem Kloos, van Marnix Gijsen. Als ik deze
niet herneem dan zijn ze verloren voor altijd, want niemand, ik ook niet kan er
klaar in zien er is een te grote massa van oude teksten die gebleven zijn en in
de loop der jaren hernomen, niet eenmaal maar meerdere malen.
Ik
heb ooit eens kuis gehouden in de teksten op papier, maar dit nooit meer, zo
ook heb ik moeite iets van wat er staat, definitief te deleten. En toch zal
het moeten, toch kan ik het zo niet overlaten want dan is het reddeloos
verloren, wat ik niet wil.
Ik
geraak niet meer los van mijn 'werken' en Ik zit er altijd verloren in, omdat
de goede oplossing niet gevonden wordt. Verwacht je dus aan zaken die ik ooit
schreef, maar die, tot mijn verwondering nog altijd stand houden, het zijn er
die met de jaren zijn gerijpt echter voldoende aantonen van waar ik kom. En dit
is van heel ver.
Of
er iets van uit de verte in mijn blogs gaat terecht komen weet ik vandaag nog
niet, het zijn de omstandigheden die dit bepalen zullen. Afwachten is de
boodschap en dit geldt zowel voor mij als voor jullie.
|