Ik
overloop even de 68 paginas die ik dit jaar al geschreven heb. Wat is het
verschil, indien ik ze niet zou geschreven hebben? Het is de vraag die ik me
stel nu en dan zonder ze te beantwoorden, omdat er geen sluitend antwoord is.
Ik zou ook evengoed kunnen zeggen wat indien ik die bepaalde dag niet op die
bepaalde plaats ware geweest, maar ergens anders. Ook hier is er geen duidelijk
antwoord, want wie zou ik dan geweest zijn, zou ik een blog geschreven hebben?
Neen,
alles is zoals het komt en het kon niet anders zijn dan zoals het gekomen is.
Dit is nu eenmaal het lot dat ons beschoren is. De oorsprong ervan ligt vervat
in de duizend voorvallen die er zijn aan voorafgegaan en waarin ik,
rechtstreeks of onrechtstreeks, bij betrokken was. Het is de som ervan die
gemaakt heeft dat ik ben wie ik ben en waar ik ben. Ik schreef dit reeds
herhaaldelijk, maar heb ik gekozen of heb ik me laten leiden?
Er was dus geen mogelijkheid, hoe vreemd ook,
te ontkomen, aan de 68 paginas die geschreven staan. Andere maatstaven zijn er
niet. Het beste is, me er aan te houden en verder te doen, zelfs al wist ik
niet - zoals vandaag - waar ik beginnen moet, ik slaag er in. Vraag me echter
niet hoe, het is zelfs voor mij een mysterie.
Een
vriend, Ferdi vd H., schonk me, het is een tijd geleden al, een boekje, een
essay eigenlijk, van Paul Steenhuis: Voltaire
als vrolijk antwoord op de vergrijzing[1],
waarin hij het leven van Voltaire ziet als een voorbeeld van het beter worden
met de jaren, en vooropstelt dat het oud worden niet noodzakelijk een afgang
van de geest betekenen zou.
Paul
Steenhuis haalt hierbij oud-hoogleraar geriatrie Dick Sipsma aan, een
gerontoptimist die - en nu wordt het ingewikkeld - in het NRC Handelsblad, de
bespreking had gelezen over het boek van Hervé Juvin, Lavènement du corps, hierin
bloot leggend, de economische gevolgen van de vergrijzing.
Als
emeritus hoogleraar in de klinische geriatrie heeft Sipsma zich altijd verzet
tegen dergelijke onheilsberichten; hij benadert de vergrijzing van een andere
kant, voor hem is het:
een voortzetting van de evolutie van de
mens in de richting van een wijzere en meer gerijpte samenleving
de menselijke
geest heeft aangetoond zeer vindingrijk te zijn en blijkt in staat te zijn allerlei,
met veroudering samenhangende gebreken en aandoeningen, te kunnen herstellen.
Hij
beweert dat er in de biowetenschappen
aanwijzingen zijn dat de genen betrokken bij het herstel van beschadigd DNA gestimuleerd
kunnen worden. Het beschouwen van de vergrijzing als negatief verschijnsel is
derhalve een verouderd standpunt.
Sipsma
heeft een naam voor de nieuwe, oudere mens, hij noemt hem de novogeront.
Als
een novogeront voel ik dat ik schrijven mag dat het ouder worden wel een effect
heeft gehad op mijn lichaam, echter niet, en zeker niet in die mate, op mijn
geest. Ik lig nog niet op mijn sofa of onder de lakens - Vergilius in het
Vagevuur tot Dante - ik geniet van een boek
of mooie geschriften; ik geniet van de concerten en recitals op BRAVA en MEZZO. Ik
heb een wereld die zich opent elke dag, en wat meer is, ik schrijf erover,
zelfs als ik niet veel te zeggen heb.
ik
ben een Voltaire op dat gebied: ik ben niet uitdovend, ik ben, durf ik zeggen? Als
geest, meer levend dan ooit?
[1] Cossee,
Amsterdam 2007
|