Hij
heeft gegokt vandaag, hij stuurde zijn manuscript naar een/de uitgever; gegokt
en gedroomd dat hij een winnaar kon zijn. Hij wacht ditmaal de morgen niet af,
hij beroept zich op de golfbewegingen van het licht naar de avond toe, als
alles op het punt staat in zichzelf te worden opgenomen. Het punt, een fractie
maar, het schakelmoment dat het licht wordt opgeslorpt door de duisternis, het
sacrale punt entre chien et loup. Hij
ziet het nu als een dagelijkse voorbode van wat zich ooit eens, maar dan op een
totaal ander vlak, voltrekken zal: het aardse zijn overschakelend naar een ander-zijn,
eenmalig. De zilte smaak ervan houdt hem soms bezig, gisteren meer dan vandaag,
vandaag meer dan gisteren. Niet dat er tekenen zouden zijn, nog niet, maar je
weet maar nooit, beter is voorbereid te zijn, klaar om je wapens neer te
leggen.
Dit
is geen jeremiade, geen klaagbank, geen procesvoering, dit is een aanvaarden
dat is wat is en hoe het is: een komen en een gaan, interessant eigenlijk wist
George Steiner en je vindt het ook dat het een belangrijk moment zal zijn, te
weten of niet meer te weten omdat je alles weten zult dat er te weten valt, hoe
het ook moge uitvallen.
We
zijn hier op aarde om vertrouwen te hebben, zoveel reeds werd ons gegeven en het gaat maar verder, al was het maar elke
morgen de zon te zien opstaan en te schrijven dat je de toeschouwer bent van
het mirakel en, na al die tijd, waarom het ophouden zou, ineens? Je, je er geen
vragen over stellen moet. En evenmin vragen over het schakelmoment, de dag dat
het komt, je het ontvangen zult, geen twijfel je ontroeren zal, gerustgesteld als
een godsgeleerde.
Hoe
goed het is Jung hierin te volgen en erover even na te denken om er niet te
staan, onverricht zake als een blinde die nooit een vlinder zag, nooit een
bloem, die nooit de zon zag rijzen boven de horizon of ondergaan vóór de nacht
er was. We zegden het al, veel is ons gegeven, waarom het minder ooit zou zijn,
als met de jaren, als met het ouder worden, het begrijpen sterker wordt als je
erover nadenken gaat?
Je
schrijft het maar, het is je overtuiging die je bloot geeft. Eens te meer ben
je zwevend, ligt de aarde ver onder jou; ware het niet zo je zou je niet kunnen
bloot geven, want de dingen van de aardse voorvallen zijn niet om over te
schrijven, laat dit aan de journalisten. Maar jij, luisterend terwijl je schrijft,
naar het Allegretto, de tweede beweging in de zevende symfonie: de overgang van
de dood naar het eeuwig leven. Hoe duidelijk lees je niet in wat Beethoven heeft
getekend, hoe hoopgevend hij zich niet heeft uitgesproken in zijn muziek. Is er
een grotere eenheid, zoals jij ,je nu voelt en de mens in Beethoven toen hij zijn
Allegretto componeerde?
Al
zeg je het zelf, al overdrijf je, lichtjes of heel wat als je het zegt: woord
en klank hebben eenzelfde oorsprong, ze zijn én van het schakelmoment én van het
leven, én van het moment van de Big Bang.
De enige bekommernis is te weten waar de oorsprong van de Big Bang gelegen is.
|