Het
is dus zo gesteld met mij dat de enige grote voldoening die ik nog ken deze van
het schrijven is, een grote hulp die me heel wat negatieve zaken vergeten doet.
Zo, neem ik dit weg en er rest me een normaal leven, dat van opstaan en slapen
gaan en de last te dragen van een lichaam dat, om te beginnen, soepelheid te
kort komt, maar toch zijn best doet om het binnen aanvaardbare perken te
houden. Daarenboven word ik hierbij geholpen door een zorgzame echtgenote en
voel ik me omringd door familie en vrienden, wat meer kan ik nog verlangen.
Maar
het schrijven wijzigt heel wat, het verdooft het dagelijkse, het verwazigt de
realiteit. Hoe de dag zich ook opent, of het nu is op grijze luchten, op regen
tegen de ramen of de wind om het huis, of het nu is op vuurrode ochtenden, het
weer zelf heeft bij het schrijven niet de minste impact op mij, evenmin de
omstandigheden, ik leef naar binnen toe, ik leef naar wat zich in mij aan het
vormen is, een ingesteldheid om op het gepaste ogenblik op te tekenen wat waard
is opgetekend te worden.
Er
is dus voortdurend, enerzijds de dagelijkse realiteit en anderzijds de
afzondering in mezelf die gewoonlijk vruchtbaar, de ene dag wat beter dan de
andere, uitvalt. Dit is het gewone kader,
waarin ik functioneer.
Er zijn ook de ogenblikken van de muziek. Daar
zo-even was er een symfonie van Brahms en dacht ik aan de vele kerkhoven rondom
Ieper; een ander moment was er Beethoven, zijn sonate Les Adieux. De muziek een afwisseling zijnde, in een zekere mate een
doorgang naar inspiratie, een opening naar wat geschreven zal worden.
Er
zijn ook de ogenblikken van de literatuur, naast mij lag er The Don Flows Home to the Sea van
Mikhail Sholokov (Penguin Modern Classics, 1972), hoe het boek er gekomen is
weet ik niet; het boek lag er, en ben even gaan bladeren in de vergeelde paginas. Ik heb gelezen hoe Gregor
Pantalievich zijn vrouw Aksinia, getroffen door tyfus, achter moet laten in een
vreemd dorp bij vreemde mensen, en hij verder reist met zijn ordonance: The days dragged by grey and joyless. Een verhaal van vroeger dat
ik terug opneem, waarbij de spanning hoe het verder verlopen zal met haar en
hem, terug oploopt, zodat ik het verder lezen zal de komende uren/dagen. Me
afvragend hoe hij ooit de vrouw die hij achtergelaten heeft in een dorp in de
steppe, gaat terugvinden, want hij reist maar verder, dag na dag, van dorp tot
dorp met de slede door de sneeuw
Het
zijn zaken die ik in lang niet meer gedaan heb een boek lezen, ik was er niet
meer op ingesteld, vandaag schijnbaar wel.
Dit
ook zal me onderhuids bezig houden. Het bewijst de grote kracht van Sholokov
als schrijver. Het verhaal van een paar Kozakken in de steppe van het Rusland
van de jaren 1920. En toch boeit het me, vind ik details terug die me dertig,
veertig jaren terug hebben beziggehouden. Wie was ik toen, hoe leefde ik toen
en wie ben ik geworden om terug een boek op te nemen waar niemand vandaag nog
oog voor heeft.
Muziek
en literatuur, hoogtepunten die opduiken en zich oplossen, echter niet
onopgemerkt.
|