Maar hij ondervond dat alles op zijn
tijd komt. Zo was hij gelukkig in La
Langue hébraïque restituée van Fabre-dOlivet - hij zag dit boek liggen in
een etalage in de hoofdstad en had het zonder aarzeling gekocht - over de twee
basis-vertalingen van de Bijbel - de Septuaginta of de Griekse vertaling en
deze van Hiéronymus in het Latijn, de Vulgaat - te kunnen lezen wat hij altijd
heeft willen lezen, namelijk dat wat eigen is aan de geest geofferd werd aan
het zichtbare, en dat wat universeel werd opgevat, als persoonsgebonden (Adam
en Eva) werd voorgesteld.
Het betoog van Fabre-dOlivet komt er
op neer dat de geest van de tekst niet aan bod komt en dat het voor hem meer
dan duidelijk is, dat de inhoud van 3, 19 hem leert dat de mens terug keren zal
tot het geestelijk element dat het principe van zijn wezen is, à lélément
spirituel qui est le principe de son être.
En met de jaren zou hij ook Paul
Nothomb gaan lezen die in een schitterend betoog, handelend over de
onsterfelijkheid van de mens, tot het besluit komt, dat die bewuste goddelijke
veroordeling (vers 3,19) begrepen moet worden als een benedictie, want: je werd gevormd onsterfelijk en tot
onsterfelijkheid keer je terug. Wat heel wat anders is dan gij zijt stof en tot stof keert gij terug.
Beide vertalingen, deze van
Fabre-dOlivet en deze van Nothomb bedekken de idee die de traditie ons
voorhoudt en altijd heeft voorgehouden. Het uitzichtloze van 3, 19 wordt aldus
een tekst lijk een kathedraal, een tekst die een totaal andere waarde geeft aan
het leven en de mens optilt tot zijn ware dimensie, de dimensie van zijn geest.
Het is onweerlegbaar dat de auteur van
de Kosmogonie de tien eerste hoofdstukken van Genesis - wie hij ook moge
geweest zijn, ons meer had te vertellen over het fenomeen mens dan dat hij uit
stof was gemaakt en tot stof terugkeren zou. Neen, de boodschap had een
oneindig ruimere draagwijdte en situeerde zich op een totaal ander vlak. De
auteur wou ons namelijk duidelijk maken dat de mens ontstaan was uit de geest
van Elohim en als dusdanig conform was aan deze geest, misschien nog niet in
zijn huidig stadium, maar er naar evoluerend, er in potentie al aanwezig.
En, dacht hij, bij dit alles zou men
zich toch de vraag moeten stellen hoe de wereld, en dan niet alleen de Westerse
wereld, er zou hebben uitgezien indien de kerkvaders van in den beginne geconfronteerd
waren geweest met de onsterfelijkheid van de geest in plaats van met de
stoffelijkheid van het lichaam?
Men kan aldus stellen dat het
zwaartepunt van onze westerse beschaving gestoeld is geweest op feiten die nu
niet meer als aanvaardbaar worden aanzien en dat de huidige theologie in verband
met de zin en betekenis van de dood van Christus, heel wat ingewikkelder blijkt
dan de nog immer (stilzwijgend) aangeleerde opvatting voortvloeiend uit het
erfzonde-gebeuren van Adam en Eva. Echter, en dit wil hij benadrukken,
vermindert dit in niets de grootheid van Christus en van Paulus, integendeel,
het verheft hen als mens onder de mensen en als sterkend voorbeeld voor de mens
die een regel zoekt om naar te leven.
Hugo Claus zou nooit geschreven hebben
zoals hij schreef en over wat hij schreef ware hij niet verteerd geweest door
het dogmatische. Want het is overduidelijk dat al deze aarzelingen, met hun
echo in het krampachtig dogmatische, onze Westerse wereld hebben gebracht tot
waar we ons thans bevinden: losgeslagen en ontheemd, zoekend naar nieuwe
begrippen en nieuwe formules, vertaald naar onze moderne tijd toe, gekenmerkt
door een totaal nieuwe horizon die aanvaard kan worden zowel door gelovigen als
niet-gelovigen. Maar wie is het die in deze, in volle omwenteling zijnde
wereld, uit de massa op zal staan en gehoord zal worden?
*Fabre-dOlivet: La Langue Hébraïque restituée,Collection Delphica. Editions lAge dHomme 1975,(Facsimile). pag. XVII : Tout ce qui était esprit y est devenu substance,
tout ce qui était intelligible est devenu sensible, tout ce qui était universel
est devenu particulier.
**Paul Nothomb: Homme immortel , Albin Michel, Bibliothèque de
lHermétisme 1984, , pag. 51,Tu as été formé immortel et tu le redeviendras.
|