Wat
hij gisteren, laat op de avond, geschreven had was duidelijk gewaagd. Vertellen
dat het niet de mens is geweest die er zelf heeft voor gezorgd dat hij
opgeklommen is tot homo sapiens, maar
dat dit gebeurde onder invloed van een soort kosmische stuwing, is een
revolutionaire uitspraak.
Is,
in een zekere zin inhaken op wat Umberto Eco, wat Hubert Reeves geclaimd
hebben, namelijk dat de slinger van Foucault beïnvloed wordt door een bepaald
symbolisch punt ergens in de ruimte en niet door de tollende beweging van de
aarde om de zon. Wat dan betekenen zou dat de aarde, en tezelfdertijd ook ons
zonnestelsel en de totaliteit van het Universum door dat centrale punt bewogen
wordt of, dat het alle punten van het Universum zijn die, samengebald in dat
ene punt, de slinger en het Heelal in beweging houden.
Vertel
je zo iets in een boek die je een roman noemt of, om het eenvoudiger te houden,
een soort draaiboek van wat je doet en denkt; vertel je dit aan John, aan Ray,
aan hen die je ooit lezen zouden? Wel ja, waarom niet? Komt het tot een
discussie met John , en die zal er wellicht
ooit komen, hij weet hoe zich in een beginfase te verdedigen, namelijk dat dit
fameuze punt van Eco, van Reeves, ook het centrale punt is van het
Allesomvattende.
Ugo
duizelt hierbij, hij heeft de aarde verlaten, hij heeft ons zonnestelsel
verlaten, hij heeft het centrale punt van alle gravitatiegolven bereikt en
staat op het punt met deze stellingname over kop te gaan. Het Allesomvattende
ligt binnen bereik, maar jij, Ugo, plaatst het in het hart van de Kosmos, van
waar het zich uitstrekt naar oost en west, naar zuid en noord én, naar zenit en
nadir. Overal even krachtig aanwezig als in dat bepaalde punt dat inwerkt op de
slinger, als in elk punt op alle lijnen die er uit vertrekken, wat betekenis
geeft aan het magische van dit Allesomvattende, het Universum een hologram
zijnde van dit Allesomvattende. Maar waarom, is het nodig een dergelijke vlucht
te nemen: what if you are wrong? Wat
als je redenering geen steek houdt? Man, forget
it, begin met die brief te schrappen uit je boek.
*
Hij
is buiten in de kilte van de namiddag. Hij heeft de brief op de post gedaan. De
zon een zilveren cirkel achter de naakte maar prachtige vertakkingen van de
bomen, vooral van die ene boom die er als oudste, duidelijker en krachtiger
staat en hem telkens en vooral elke morgen bij het ontbijt aanstaart alsof hij
hem kracht toewensen wou. En thans: zijn woorden aan John, versplinterd in
snaren van Edward Witten, die hij niet meer kan terugnemen. Het onheil, zo het
er een is, is geschied, hij zal zich moeten verantwoorden.
Want
het was niet aan hem om verklaringen af te leggen over het Allesomvattende van
Kant - of is het van het Spinoza? - laat dit over aan professoren, aan
theologen, filosofen, van hen zal men zo iets aanvaarden; van jou, mijn beste
vriend, zal men zeggen dat je bij je leest moet blijven. Schrijf je verhaal en
houd het daarbij. Wat er al geschreven staat is al zwaar genoeg, je bent
inderdaad te elitair, onleesbaar elitair, laat dit elitair-zijn over aan
figuren als George Steiner of als Stefan Hertmans van bij ons. Kruip in je
schelp en blijf erin verborgen.
En
nog, wie denk je wel te zijn, du, kleiner
Mann?, Een Mister Chips ben je, blijf op je sofa voor de haard, zet de
radio aan en luister naar de muziek van Klara, of kijk naar de programmas van
Canvas. Geniet zoals nu, van de muzikale poëzie van Les Tableaux dune Exposition van Moessorgski, orkestratie Ravel,
en van wat het leven je nog te bieden heeft; zet je aan het tekenen
bijvoorbeeld, maar vooral, vooral, ga geen dingen schrijven die zich afspelen
op een kosmisch-religieus niveau, waar je geen vat op hebt, zelfs al zou je
denken dat de jaren je hierbij geholpen hebben. Ze doen het niet, mijn beste
man, de waarheid heb jij niet in pacht.
Zijn tafel ligt vol met geschreven en
herschreven bladen - hij weigert nog iets te scheuren - met boeken die hij uit
de rekken haalde, met knipsels en tijdschriften. Pas als de kwaliteit van zijn
werk strookt met de tijd die hij er voor nodig had dan is het een winst. Maar
gegroeid, pagina na pagina, eerst in zijn dagboek, daarna getypt, verwoordt het
in vele schakeringen zijn visie op het zijnde en het eeuwige. Themas hieruit
worden hernomen en herbelicht, worden uitgewerkt zoals de negende van
Shostakovich die nu, in sourdine de ruimte van de kamer vult en kleur geeft.
En zoals altijd bij Shostakovich, komt
onvermijdelijk het beeld terug van een partij goeroe die rechtstaande op het
podium, de bladen van de partituur ervan de zaal ingooit, schreeuwend dat het
de revolutie onwaardig is, de kunst onwaardig, dat het gericht is tegen de
grootheid van de staat die hem voedt en hem onderhoudt. Worden de bladen van de partituur
van zijn boek ook zo eens de wereld in gegooid?
Hij wil de kreet van allen die, zoals
Shostakovich onrechtvaardig behandeld worden, die onschuldig worden veroordeeld
of die nu wegsterven van honger of ziekte, laten uitdeinen over hem. Wetende
dat hij er hulpeloos tegenover staat en vooral, omdat hij beseft dat de
zekerheid van heden, geen zekerheid voor het leven is; omdat hij regelmatig
geconfronteerd wordt met de brandende, stukgeschoten huizen van welk land of
plaats, of van welk volk ook; geconfronteerd met de wreedheid die van de mens
kan zijn.
Dan ook nog, welk verschil maakt het
uit, een boek in meer of een in min, in een wereld waarin zovelen op de vlucht
zijn, als gevolg van een opkomende, voor een modale mens onbegrepen absurditeit
waarbij kerken en moskeeën, musea en bibliotheken, zoals het gebeurt, worden
geplunderd of platgebrand. Waarbij mensen worden gedood, verkracht, gemarteld,
zo maar, of omdat ze beweren dat de God die is - als Hij is? - het die is van
hen en van hen alleen, en er slechts één kan zijn.
En, het toverwoord van allen, bemin
uw naaste, woorden zijn zonder inhoud noch wat de naaste betreft als wat het
beminnen aangaat. De media helpen ons opdat we getuige zouden zijn van leed en
dood en verwoesting tot in het minste detail, want het meest sensationele is
nog niet sterk genoeg.
|