Na
76 dagen: 75.000 woorden geschreven, bijna 200 paginas tekst, in century gothic
12, en waar sta ik?
Ik
denk dat een totaal van 120.000 woorden, toereikend moet zijn. Ik weet dus wat
ik nog te schrijven heb, al is het niet de kwantiteit die telt, eerder de
kwaliteit, maar ik heb nog, als ik mijn
ritme houden kan, nog vijftig dagen nodig. Dit brengt me einde 2018,
begin 2019. Of dit haalbare vooruitzichten zijn weet ik niet, but so far so good zegde de man die
vallend van de honderdste verdieping de twintigste passeerde.
Het
is ook mijn geval, niet het geval van het vallen maar van het klimmen. Laat ik
je zeggen dat ik er zicht op heb, en dat so
far so good de betekenis heeft die het heeft.
Maar
ik ben zoals de oude piano forte die voortdurend moet gestemd worden wil ze
haar gewenste klank behouden. IK weet
dus dat ik tussendoor herbeginnen moet met het stemmen van wat geschreven
staat. Het is, zoals bij de piano forte, een werk zonder einde waar ik me
rekenschap van geef, het zuigt het bloed uit mijn aderen.
En,
zit hierbij de spanning niet in wat er al geschreven staat, de spanning zit
toch in mij, het hoe-het-verder-moet houdt me bezig dag en nacht, en ik
overdrijf niet, vooral nu ik gekomen ben waar ik me bevind. Of zij die me
regelmatig zijn blijven lezen - enorm talrijk zijn ze niet - deze spanning
delen weet ik uiteraard niet, maar, neemt het aantal lezers niet toe, het
blijft toch min of meer stabiel, wat ik eerder als een gunstig teken wil
interpreteren, echter niet als een groot succes. Alhoewel?
Deze
blog hier is geen verpozing, hij is maar een tussendoor bericht, een blik in de
achteruitkijkspiegel naar de afgelegde weg. Een weg die ik zie als een pad in
de bergen, als une marche dapproche
die al werd afgelegd. Ik sta nu klaar om me de crampons vast te binden op de bergschoenen en me in te voegen in de cordée: de sneeuwvlakte die we over
moeten ligt voor ons, daarna komen de rotsen, de klim tot de top boven.
Ik
ken maar al te goed hoe het er voorheen aan toe ging, opdat ik niet de pijn zou
voelen, dat de echte beklimming er nooit meer komen zal; dat die afgebroken
wordt door de jaren, zoals destijds, hoog boven Zinal, de beklimming van de
Besso, samen met zijn vrienden en Anja, afgebroken werd door een verstuikte enkel.
Achteraf kun je, je hier vragen bij stellen, waarom die enkel het begeven
moest. Was het opdat hij alleen met Anja de afdaling naar Zinal zou doen?
Ik
ben, ondanks de jaren, nog altijd, meer schrijver van dromen dan van reële feiten. Of
laat ik zeggen, dat ik de gebeurtenissen, kleine of grote, waarin ik terecht
kom, naar mijn hand zet, verbreed en verdiep, en dat er andere zijn die louter
uit mijn verbeelding zijn opgestaan, omdat de mogelijkheid er in zat dat ze
werkelijkheid waren. Op het punt waar ik ben aangekomen, is de drang om te weten
hoe ik ooit eindigen zal en welke gebeurtenissen er aan de basis van dit einde
liggen zullen, heel intens geworden. Ik wacht deze af met een zeker vertrouwen.
Ze hebben me reeds gebracht tot waar ik sta, ze zullen me wel verder voeren.
Want
er zit een lijn in de gebeurtenissen waarin ik verwikkeld geraak, te beginnen
met mijn ontmoeting met Ray - ik hoorde
de laatste tijd nog heel weinig van hem - ze volgen elkaar op en liggen in
elkaar verweven, de ene gebeurtenis leidt me binnen in de andere.
Ik
denk en ik herhaal dus dat het, het boek is dat zich schrijft, dat mijn inbreng
zich baseren kan op wat de dagen me brengen zullen en dat ik in volle
vertrouwen de komende gebeurtenissen mag afwachten. Als we de kaap van de
honderdste dag zullen bereiken, zullen we zicht hebben op de top van de berg
die we aan het beklimmen zijn.
Zo,
vandaag: so far so good.
|