Men zegde me
dat je Armeense bent, je kent dus de Araratberg.
Oui, Arménienne mais Belge aussi, mais le Mont Ararat?
Bien
sûr que je le connais, ik ben opgegroeid in
de schaduw ervan, hij is er altijd geweest en hij is er nog altijd in mijn
gedachten. Il est une présence pour moi, une sorte de Dieu, il
est là quand je travaille, il minspire. Mais, pourquoi cette question ?
O, zegde Ugo, Ik dacht aan een
Engelse auteur die ook door de Ararat geïnspireerd werd en er twee korte
verhalen over schreef die met elkaar verband houden: Julian Barnes, meer niet.
Maar ze kende die auteur niet. Ik zoek
het op en stuur het u, wou hij zeggen, maar hij had al te veel gezegd. En toen
ze hem de vraag stelde wat hem bezighield, heeft hij gesproken over het boek
dat nu zijn dagen vulde en dat, zo zegde hij haar, hem gelukkig maakte als hij
voelde hoe goed het wel vlotte en hoe miserabel hij was als hij herlas wat hij
de vorige dag of nacht geschreven had en vaststelde dat het mooie, het
originele dat hij gemeend had erin te hebben gelegd, niet meer terug te vinden
was.
Moi aussi, knikte ze, jai eu très souvent la
même impression quant à mon travail de la veille.
Maar hij ging verder: Hij wist,
zegde hij, dat hij thans voor het eerst in zijn leven, werkte aan iets
blijvends, iets nieuws, iets dat nog niet bestond. Het boek groeide elk
ogenblik, zelfs nu terwijl hij sprak met haar en hij plots nieuwe mogelijkheden
zag. Bijvoorbeeld, een idee dat een paar ogenblikken in mij is opgekomen, de
gotische kathedraal en haar binding met Stonehenge.
Ze keek hem verbaasd aan en hij dacht,
hier ga ik te ver, maar hij was niet meer te stuiten, zelfs al had hij last om
in het Frans het precieze woord te vinden en om de juiste intonatie te leggen,
maar hij kwam totaal los alsof hij pas nu precies wist waarover zijn boek in
essentie handelen zou.
Ce sera un livre sur Dieu. Je veux dire ce que ce mot
signifie pour moi, surtout, surtout maintenant que je vois apparaître les
Barbares à lhorizon, il faut que je le fasse maintenant, plus tard ce ne sera
peut-être plus possible.
Les Barbares sont déjà parmi nous, pas nécessairement
ceux que vous visez, mais il y en a dautres qui ignorent que lart est une chose sacrée,
une chose qui nous lie au cosmos, probablement au monde de vos cathédrales.
Het is ook voor hen dat ik over God
wil schrijven, de God die ik soms denk te kunnen raken met de vingertoppen van
de geest maar die op andere dagen onbereikbaar is, je ne pense pas que je puisse men approcher davantage.
Et, sais-tu - ze tutoyeerde hem comment ton livre se terminera ?
Neen, ik weet er niets over, het
einde ervan blijft wazig, maar ik heb vertrouwen want het is het boek, dat
zichzelf aan het schrijven is. Cest le livre qui sécrit lui-même, moi je ne suis quun
intermédiaire.
Michelangelo, zegde ze, wist dit ook,
zijn beeld was af in zijn blok marmer. En het was het beeld in potentie dat
zich schiep via Michelangelo. Hij had nog juist het teveel aan marmer weg te
kappen. En dit voel ik ook. Er ligt vandaag een groot blok marmer op mijn tafel
en ik houd nu mijn beitel terwijl ik spreek met jou eens zegde een vriend
beeldhouwer hem dit ook - klaar om de volgende slag te geven, en lijk in een
radiografie is het afgewerkt in mijn geest. Het zijn mijn handen die kappen en
er zit muziek in. En na een
stilte : je sens en ce moment même,
que cela deviendra comme une symphonie, une symphonie de Beethoven.
Hij zag haar staan met een witte
schort, teer, fragiel, hij zag het bewegen van haar handen, hoorde de slag van
de beitel op het witte marmer, terwijl het sneeuwen bleef en de muziek en de
stemmen zich mengden tot een lichtende opening waar ze samen binnen gleden. Vroeg ze hem toen: Est-ce
que tu pries aussi?
Hij was zelfs niet verrast door de
vraag, hij verwachtte die: Mon travail
cest ma prière zegde hij, denkend aan wat hij diezelfde morgen in zijn
dagboek geschreven had, lun ne va pas
sans lautre et ce que jécris me situe tout près de ce que je crois être
Dieu. Het gevoel in God te schrijven omhult me, zegde hij nog je kunt
het natuurlijk niet weten maar ik ben hier binnengekomen met een gedachte en
zoals jij naar je blok marmer, moet ik straks terug naar mijn boek toe.
Verder kwam hij niet, maar hij was
heel ver gegaan, de yang had de yin die ze was omhelsd en ze wisten het. Haar
vrienden keerden terug. Hij stond nog altijd dicht bij haar. De sfeer van het
eiland bleef nog even, lijk een parfum, maar het intieme was opgelost in de
lucht. Ook de muziek was uitgespeeld. Ze keek hem aan, haar ogen glanzend: Il faut que je te quitte, zegde ze, mais viens me voir dans mon atelier
en ze reikte hem haar kaartje: Je veux
savoir davantage sur ton livre et, sur ta cathédrale ésotérique.
En juist voor ze vertrok: Quel est ton nom? Moi je mappelle Larissa.
Je mappelle Ugo, Ugo dOorde?
Hij zag haar verdwijnen in de massa,
hij zag hoe haar mantel werd aangereikt, een kleine wondere gestalte. De sneeuw
bleef vallen over de aarde.
*
Hij vertrok. Hij reed weg in de sneeuw
die in een natte brij op het wegdek lag. Hij droomde: hij had haar voorgesteld
om haar naar huis te brengen.
Ze zat naast hem, zijn vrije hand
zocht haar hand en ze spraken niet meer. En langs de handen gleden ze binnen in
elkaars gedachten. Hij liep mee de trap op naar haar appartement, een vriend
beweerde dat dit het beste moment was. Maar hij droomde niet verder, ook omdat
er in hem opnieuw krachten waren losgekomen die hij te lang had kunnen stil houden.
Hij stopte in de stad op een
parkeerplaats die vrij gebleven was voor hem. Hij wandelde langs de verlaten
straten naar dat café in het centrum - het soort café dat volgens George
Steiner enkel in Europa gevonden wordt - waar hij ooit enkele woorden met Hugo
Claus had gewisseld over de symboliek in Bruegels Icaros, in de hoop iemand te
ontmoeten die hem opvangen zou. Hij stond alleen voor het schilderij van de
langoureus uitgestrekte dame met weke, bloedrode lippen die hem aankeek met
winterogen. Hij dronk een 'Four Roses', een vingerling om de smaak te houden.
De bijna kaal geschoren bazin die hem sinds zovele jaren kende, wisselde nu en
dan enkele woorden met hem.
Hij voelde dat het leven weggleed uit
hem en dat hij het niet tegenhouden kon. Hij reed terug in de donkere nacht
naar dat eenzame huis van hem: Intime
Briefe het strijkkwartet van Janacek op de radio.
|