|
Ik ging
slapen met, voor de zoveelste maal, de blogs van José Saramago, El
cuaderno - het gebeurt maar al te vaak dat ik nood heb aan inspiratie - en
val op de vraag die hij zich stelt of, wat hij gedaan heeft wel de moeite waard
was; of de wereld nu beter was dan voorheen; en zegt hij, hoe ben ik er uit
gekomen, is het geweest wat ik verwachtte? [1]
Hij
is wijs genoeg om op al deze vragen niet positief te antwoorden, het zou een
teken zijn van mentale blindheid, vindt hij. Daarentegen zou een neen-antwoord
wijzen op een te overdreven nederigheid. Laat het ons dus houden bij de
berusting te weten dat al wat we doen of schrijven onze verwachtingen benadert,
maar dan ook meer niet.
Ik
kan me vandaag, zelfde vragen stellen. Loont het de moeite elke dag een blog te
schrijven met, meestal een religieus-filosofische achtergrond, over een onderwerp
dat al schrijvend zich ontwikkelt of, dat ik hier of daar heb opgeraapt, zoals
vandaag, en op mijn manier heb behandeld? Is de wereld, laat staan, mijn
omgeving, er beter door geworden, en voor mij, heb ik bereikt wat ik gehoopt
had te bereiken?
Ik
kan ja antwoorden op de eerste vraag en zeggen dat het de moeite waard was, dat
wat ik ook schreef en hoe ik het schreef, het hield mijn geest in beweging, het
hield me weg van tv en sofa. Het kostte me moeite, zeker, maar het bezorgde me
ook voldoening, soms innerlijke vreugde.
Achteraf
echter, bij het herlezen van sommige van mijn teksten, weet ik dat ik de
perfectie niet haalde en evenmin, dat ik mijn droombeeld, te werken aan iets
groots, iets dat verwondering zou verwekken, niet benaderde. En ook, de wereld
is er zeker niet beter door geworden, mijn woorden zijn geen klokkengelui, zeker
niet zoals deze van mijn illustere voorganger. Mijn blogs kennen die waarde
niet, ze echoën niet na.
Ik heb dus getracht, onder de
vorm van losse stukken, mijn autofiction te schrijven het woord
komt van Serge Doubrovsky[2] - en ben er niet in
geslaagd omdat het geen aaneensluitende vorm had. Het doet me wel denken aan
een reisverhaal dat een vriend me toestuurde in de vorm van een fotoreportage,
een verhaal dat zich afspeelt in en over de dorpen die hij bezocht - hij heeft er, gelukkig, ook de Leiestreek bij
betrokken - en waarvan hij de impressies in fotos had vastgelegd en dit
onderlijnd met een muzikaal verhaal Vlaamse componist, Wim Mertens, 1953,
(adept van het minimalisme van Arno Pärt, Steve Reich, Philip Glass) dat even spannend was als de fotos.
Zijn verhaal
vormde een geheel, er was over nagedacht en er was aan gesleuteld opdat het zou
overkomen als een soort poëtisch schouwspel waarin hij niet alleen op een
overtuigende wijze, zijn liefde voor de streek die hij doorkruiste belichtte maar
ook zijn melancholie voor het voorbije, zoals hij het zich herinnerde.
Wat Roger Tas
bracht was geen fictie, het was, zoals hij is als mens, gemoedelijk en
tezelfdertijd diepgaande tot in de wortels, de dorpen die hij bezocht, te voet
of met de fiets, vereeuwigend verheerlijkend.
Ik had op een
identieke wijze dit ook moeten doen. Niet de dorpen opzoeken, geen fotos
nemen, maar er voor zorgen, het leven dat ik kende, afgestemd op boeken,
voorvallen en ontmoetingen, licht geromanceerd met wat fictie, te gieten in één
lang verhaal, in plaats van het
verbrokkeld in duizend stukken na te laten.
Dit is wat ik,
in het licht van wat een vriend me mailde, denk over de talloze blogs die ik
geschreven heb.
Het is geen
glorie geworden.
[1] ¿ Han valido
la pena estos commentarios, estas opiniones, estas criticas? El mondo esta
mejor que antes? Y yo ¿ cómo estoy? ¿
Es esto lo que esperaba?
[2]
Serge Doubrovsky: Un Homme de
Passage, Editions Grasset et Fasquelle, 2011.
|