Soms
denk ik - zoals op deze glorieuze morgen, de zon op de rand van de horizon -
dat ik al genoeg geschreven heb; dat ik alles al gezegd heb en dat wat ik er
nog aan toevoegen zou, slechts een herkauwen is van wat er al staat, ergens neergezet op een dag van de
voorbije vijftig, zestig jaar. Wat ik dus nu nog zou kunnen is alles herzien:
alle gedichten, er zijn er honderd; alle blogs en er zijn er 2.000; mijn werk
over de Hel van Dante, une folie; het herwerken voor de nde maal van mijn
manuscript, De Adem van de Dagen.
Alles
samen een massa werk dat ik niet meer voltooien kan als ik het wil doen op een
krachtige wijze, meedogenloos en hard voor wat er staat. Om dan uit te komen
bij het dagboek van wat mijn geestelijk leven is geweest, veel meer dan wat het
stramien is geweest van mijn doen en laten..
Zoals
ik denk aan Fernand Pouillon die zag hoe Bernard de Clairvaux, de redder van
de abdij van Citeaux waar het werk was stil gevallen, de abdij van Le Thoronet opbouwde
Zoals
ik denk aan wat een vriend me schreef over de Gainsboroughs en de Constables
die hij zag in Cambridge en East Anglia - ik bezocht het zuiden van Engeland
voor Stonehenge, Avebury en voor de kathedralen van Winchester, Salisbury en
Chichester.
Zoals
ik denk aan het werk dat me te wachten staat. Maar wat me tegenhoudt om eraan
te beginnen is de blog die ik elke dag wil schrijven en die alle krachten die
ik nog elke dag bezit, opslorpt, zodat er op het einde van de dag niets meer
overblijft, noch om te lezen, noch om iets, wat ook, te herwerken.
Ik
haalde gisteren St.Joan van de grote George Bernard Shaw uit zijn rek.
En waarom? Omdat de kathedraal van Chichester me herinnerde én aan het beeld
van Jeanne dArc dat er staat - het is Cauchon die Jeanne dArc veroordeeld had en zijn fout had ingezien, die het wilde
- en zo dwaal ik maar elke dag af.
Straks
zoek ik de schaduw op van de bomen aan de vijver en neem ik St.Joan mee, een boeiend stuk toneel
dat begint op de meest originele wijze van kippen die geen eieren meer leggen omdat
Jeanne dArc niet ontvangen wordt door de captain van het kasteel, Robert de
Baudricourt, en zo verder. Ik herlees het om zekerheid te krijgen dat het beeld
van Jeanne zich bevindt in Chichester en niet in Salisbury.
Ik
meen dat het Chichester was, waar ik het beeldje, van zeer modeste afmetingen,
heb zien staan, de dag (in 1977) dat ik er was en, ik er de tekst vond van, a lecture on death die Christopher
Fry er gegeven had. En hierin die mooie beloftevolle
zin:
We know the days are all directed towards the
mountain range and the mystery beyond it. That knowledge may be called the
shadow we move in, but there is no shadow without light.
Zo zijn alle woorden goed
om de dood vooraf te gaan, want hij is de inleiding tot het creatieve waarmede
we hem overstijgen, het enige middel in ons bezit om hem te laten waar hij
schuil gaat, achter de dingen.
En nog waar ik nu aan denk,
Christopher Fry die in zijn stuk: The dark is light enough, zijn hoofdpersoon, Countess
Romarin, laat zeggen tot haar butler:
Protect me from a body without death, Death is part of life. It is included in the
terms of the contract by which we take over the lease of our living.
Ik heb aan mijn blog van
vandaag - een pêle-mêle van herinneringen, niets aan toe te voegen, ze
kwamen, ze overrompelden me, de ene een band hebbende met de andere, zo ls het,
zo gebeurt het in het leven, altijd eindigend op de dood want wat zou een leven
zijn zonder de dood, die ons wacht.
PS. Later op de avond
ontdek ik dat mijn sympatie voor Chichester me heeft misleid. Het beeldje van
Jeanne dArc bevindt zich in de kathedraal van Winchester en niet in deze van Chichester.
|