Nagelaten
Panorama
Een vlak van vloeiend amber,
de luchten
erover,
de tijd die
hangen blijft
die nooit tijd is geweest.
Golven komen,
keren,
de zee vandaag
haar talenten
hier gestrooid,
ga niet weg alvorens je gedicht
een rimpeling
is
van licht en donker op het water.
Je kunt hier
tenten bouwen
als het je troosten kan,
je dagen tot
een minimum
beperkt,
want dit zijn oorden
die
vergaan in woorden,
het enige dat nog blijven zal,.
Want met de laatste meeuw
het schrift met
volgepropte
woorden, weggewaaid,
je laatste
adem, hier.
Zo,
je gaat weg, niets zal je nemen
van wat hier aanwezig is,
Je schaduw en je woorden,
niets zal hier
gebleven.
Al wou je hier wachten blijven,
op je laatste
dag,
geen woorden
meer gaan halen
op plaatsen
waar ze nog
te zoeken
zouden zijn,
nu je alles
hebt gezegd
wat gezegd nog
kon,
na zoveel
verzwegen.
Al wou je hier je standbeeld laten
je voeten
omzwachteld
als met water.
Zo, laat me,
aan zee
gezeten,
golven die me
levend houden
tot de laatste dag me toegestaan
is ingegaan.
Toch schrijvend
nog,
tot in het allerlaatste ogenblik.
Een vlak van paarlemoer,
de tijd die
hangen blijft
die nu geen tijd meer is.
|