Hij, denkend een ogenblik aan wat in de Talmoed over Sarah geschreven
staat, dat ze negentig jaar was toen ze beviel van Isaac en dat ze stierf van geluk
toen ze hoorde dat Abraham haar zoon Isaac, zoals Jahweh hem eerst bevolen had,
niet had geslachtofferd op de brandstapel.
En, als ik aan Sarah en Abraham en hun zoon Isaac, heb gedacht dan was
het omdat ik in de Préface à la Bible
hébraïque[1]
van George Steiner was gaan lezen:
La Bible est à nul autre pareil; tous les autres
livres sont habités par le murmure de cette source lointaine en omdat,
schrijft hij nog: Tous nos autres
livres, si différents soient-ils par leur matière ou leur méthode, se
rattachent, fut-ce indirectement, à ce livre des livres.
En het kan niet of het mag niet - en het gevaar is niet denkbeeldig -
dat dit Boek ooit verdwijnen zou uit onze wereld, want als het verdwijnt ,
verdwijnt de basis van onze westerse beschaving, wordt het dak boven ons hoofd
weggeschoven en wordt voor eeuwig verbannen: het enigmatische antwoord van
Jahweh op de vraag van Mozes, wie Hij is die, verborgen in de brandende
braamstruik, spreekt tot hem.
En het antwoord hierop, zoals het er staat in Exodus 3,14 van de King
James versie van 1611:
I AM THAT I AM, and he said, Thus shalt thou say
unto the children of Israël, I AM hath sent me unto you.
Het I AM THAT I AM van de Hebreeuwse
tekst - een tautologie noemt Steiner het is Zijn auto-identificatie; een naam
waar we niet overweg mee kunnen omdat die schijnbaar niet om te zetten is, als
Hij er dan nog aan toevoegt: zegt aan de kinderen van Israël dat het IK BEN
is die je stuurt.
Ikzelf vind het de meest intrigerende passage in het Oude Testament.
Maar als ik zoek om het enigszins te begrijpen dan heb ik er mijn vertaling
voor, namelijk, Ik ben het ZIJNDE, ik ben dat wat IS of, ik ben het
Universum en al wat ermee verband houdt en het is het ZIJNDE die me stuurt tot
jou, kinderen van Israël, én kinderen van de wereld.
Dit, tot vreugde van velen misschien; tot ongemak, tot ongeloof van
anderen. Het is slechts één regel, geknipt uit Exodus: 3, 14, één
verbijsterende ingeving die eeuwen geleden uit de sterren kwam zoals alle
ingevingen - en door een groot schrijver-filosoof, op een rol oud papier werd
neergezet.
En vergeef me als ik jullie vandaag overval - in feite stond deze
passage al lang als reserve opgetekend -
met de woorden van Iemand verborgen in een brandende braamstruik, als
morgen - om eens terre à terre te zijn - het land in rouw of euforie ontwaken
kan. Ook Brazilië kan dit overkomen.
En dan wat?
[1] George Steiner: Préface à la Bible hébraïque,
Edition Bibliothèque Albin Michel, Idées, 2001 (traduit de lAnglais par
Pierre-Emmanuel Dauzat, Faber & Faber 1996).
|