Ik was de vorige avond niet op de plaats waar ik hoopte te zijn; ik ontmoette niet wie ik dacht te ontmoeten, en hoorde niet wie ik verwachtte te horen. Echter dit is en blijft de regel van het leven: ‘de mens wikt en God beschikt’.
Alleen, en je kunt het vooruitgang noemen, is het God niet meer die beschikt, die is ver weg, die wordt zelfs niet meer vernoemd en zal zeker niet meer vernoemd worden door de jeugd van heden, want er wordt nu zonder God geleefd. Velen, naar ik vernam, zijn zelfs niet meer gedoopt, zijn niet meer toegewijd aan God, voor hen is wat is. Zijn het - gelukkige of niet? - de omstandigheden die hierover beslissen, die er voor zorgen of iets gebeuren zal of niet, zodat, wat gisteren gepland stond niet heeft plaats gevonden en er in ruil, een ander gebeuren was, het vermelden niet waard?
Dante in zijn tijd, sprak over ‘Vrouwe Fortuna’, hij wou er God niet bij betrekken, die had andere zaken te regelen. Maar de mens van toen sprak met God en wist voldoende dat Hij het was die besliste. Er lopen er nu nog heel wat rond die weten dat het Allah is – dus ook dat ze uitwijken moesten/zouden naar Europa – en andere, de lezer van de Psalmen wist zelfs dat al wat met hem gebeuren zou al opgetekend stond in het Boek en dat hij zelf zelfs niets te beslissen had.
En dan komt de vraag, zijn wij het die beslissen of, hangt wat we doen, volledig af van de omstandigheden waarin we verkeren en zijn het deze die uiteindelijk hun zeg hebben.
Je zegt het me, je moduleert wellicht wat ik schrijf. Maar veel zal het niet wijzigen aan wat ik voorop stel: namelijk, dat we zijn en wie en hoe we zijn wat de omstandigheden ervan maken en gemaakt hebben. En deze beginnen bij ons ouders en onze voorouders, en dan, gaan heel ver in de tijd. Zo ver dat we ontsteld zijn want elke stap die we verder en verder in het verleden zetten, betekent een uitkomst bij de schrijver van het Boek dat het begin van het beginnen is.
We zien het gelukkig zo niet, we aanvaarden niet lijdzaam wat ons wordt voorgeschoteld. We beslissen, denken we, zelf over wat en wie we zijn, maar is het zo? Kunnen we interveniëren, kunnen we zelf en gewild, de omstandigheden naar ons hand zetten? Alsof dit denken, de wijze ervan, ook niet afhankelijk zou zijn van de omstandigheden waarin we zijn tevoorschijn gekomen en te zijn opgegroeid.
Aldus zeg ik dat ik problemen heb met de mate waarin mijn ‘vrije wil’ wel vrij zou zijn, als ik, zoals ik ben en werd, me telkens aan te passen heb aan de omstandigheden waarin ik verkeer en waarvan ik eerder het slachtoffer ben dan de maker ervan.
Dit geschrift is van een morgen die ik begonnen ben op een onchristelijke wijze, op een ingeschakeld zijn in een raderwerk waaruit ik me niet loswrikken kan: ik doe dit en doe dat, ik denk dit en ik denk dat, maar uiteindelijk gebeurt er altijd wat er gebeuren moet. Ben ik op de plaats waar ik zijn moet, in plaats van op de plaats waar ik hoopte te zijn.
We ontkomen er niet aan, evenmin zoals de tuinman niet ontkwam aan de dood die hij in de morgen in zijn omgeving had gezien en weg was gevlucht naar Ispahaan[1], de plaats waar de dood hem halen moest.
Alles samen is dit een koelbloedige blog waartoe ik me heb laten verleiden. Ook al, als gevolg van de omstandigheden. Waren die anders geweest ik zou over andere, meer soepelere dingen geschreven hebben. Maar, er is wat er is, soms ontkom je er niet aan en staat het op papier voor je het beseft.
[1] P. N. Van Eyck: ‘De Tuinman en de Dood’.
|