Ik ontving, verrassend, uit Noord-Holland, het kan Volendam geweest zijn, het kan Urk, het kan elke andere plaats, een ‘bewolkt-zondagse groet met beste wensen voor het nieuwe jaar’, en meen ik begrepen te hebben, van een dame, met blog, die geplaagd met griep ‘onder het warme dekbed op de sofa lag’, hopelijk bij het vuur van de open haard, want ik weet - ik herinner me, een verblijf met familie rond Kerst en Nieuwjaar op Ameland - hoe koud het wel was, maar ook hoe heerlijk de wind en de zee en hoe groot de vreugde van de kinderen die het desondanks waagden blootvoets in de branding te lopen.
Maar dit is lang geleden. Nes, met de tuintjes afgezet met walvisbeenderen, is een verre herinnering, maar Noord-Holland en Volendam tot waar we, destijds per fiets en met de tent, van uit Vlaanderen waren geraakt, kent nog altijd mijn voorliefde. Urk was een ander geval, ik bezocht het met twee Zwitserse vrienden toen het geen eiland meer was en voor hen was het een revelatie.
Als de dame in kwestie me gisteren las zal ze begrepen hebben dat ik een voorliefde heb voor het Noorden, al ben ik op het vaste land nooit noordelijker geweest dan Helsingör in Denemarken, en wel tot het kasteel van Hamlet, zoals men beweerde en even noordelijk, het tweede kasteel dat ik ooit bezocht, dat van Macbeth – ook zoals men beweerde – in Cawdor, maar dan in Schotland.
Maar van uit Vlaanderen dat, ware er 1830 niet geweest, Zuid-Holland zou geweest zijn, mijn warme groet aan u, dame, en via u aan alle zieke, en niet zieke bloggers in Noord-Nederland. Misschien is er onder hen een ‘zeemansvrouw’, die ik jaren geleden via blog had leren kennen maar nu, uit het bloggers-landschap verdwenen is. En het was een verlies voor al haar lezers, ook voor mij, want ze schreef interessante dingen die soms heel bemoedigend waren.
In uw woorden lees ik een zekere vereenzaming, een nood aan woorden die u, in een grote mate zelfs, helpen kunnen; woorden die u ook wilt uitdragen opdat allen, die zich in eenzaamheid bevinden, geholpen zouden worden en verlicht, verwarmd en zelfs gekoesterd.
Wat dit betreft, spijt het me, u moet in mijn blogs, geen mooi ingelijste ‘bemoedigende woorden’ verwachten. Ik ben er niet zo gelovig in. Als u me verder lezen wilt moet u zich eerder verwachten aan ideeën die gaan, om het simpel te houden, in de richting van wat Joseph comte de Maistre (1753-1821) ooit in duidelijke woorden neerzette: ‘La science sera religieuse et la religion sera scientifique’. Of in goed Nederlands: De wetenschap zal religieus zijn en de religie wetenschappelijk.
Dit zijn de enige bemoedigende woorden die u bij mij vinden zult. Ze worden, volgens mij, al een tijdje bewaarheid. Weinige zijn er die er zich rekenschap van geven maar de woorden van comte de Maistre houd ik in gedachten als ik, en het gebeurt wel nu en dan, religieus ga denken.
Dit is, waarde dame, hoe ik u groeten wil van uit Vlaanderen dat mijn land is en ook u groeten wil van uit mijn Keltische roots die ik gelukkig meen te hebben overgehouden, zijnde eerder een religieus dan een wetenschappelijk mens.
Ik wens u ook alle beterschap en dat de lente vlug kome voor u.
|