Een vliegende kraai, wist moeder, weet meer dan een zittende.
Op mijn leeftijd voel ik me als een zittende, maar waar haal ik dan wat ik niet weet? Waarom ben ik zoals ik ben, en verklaar ik, zoals gisteren, dat in de evolutie, die een eigenheid is van het kosmische, ook in diezelfde eigenheid, een evolutie van de geest begrepen zit, en waag ik het vast te houden aan het feit dat wij, als homo sapiens aan het evolueren zijn naar een ‘sapiens’ in de tweede macht?
Een formule, wellicht even magisch als deze van Einstein die er aan dacht de snelheid van het licht ‘in het kwadraat’ op te nemen in zijn formule. Wat ik ooit bestempeld heb, hetzij in een blog, hetzij in mijn manuscript, als iets goddelijks. Niet dat ik ook een goddelijke interventie zou beogen met wat ik vermeld over het in kwadraat verheffen van het ‘sapiens’ deel in de mens, verre van, Einstein leverde het bewijs ervan, terwijl ik wellicht honderden, zo niet duizenden eeuwen nodig heb opdat bewezen zou worden wat ik vooropgesteld heb.
Ik sta ongeveer daar waar de ‘homo’ voorspelde dat hij ‘ homo sapiens’ ging worden, misschien moet ik zelfs terug tot voor het punt van het ontstaan van de 'homo'.
Wat ook, ik vind het een eerlijke als even heerlijke gedachte die steunt op wat ik meen te mogen zien, als ik vast stel dat de wetenschap van het feitelijke, stilaan aan het wankelen is naar het metafysische toe, zijnde naar het innerlijke, zijnde naar wat binnenin de feiten schuil gaat.
Ik zag onlangs op tv, in een verfilming van een boek van Dan Brown, de titel heeft geen belang, het beeld van de botsing - ik vermoed in de CERN - van twee deeltjes tegen elkaar. Het effect ervan, was voor mij een en al verwondering. Tenware zult je zeggen, dat het beeld misschien ‘faked’ was, maar dat is dan jouw idee.
Voor mij was het effectief, een uitstraling van wat innerlijk in de materie aanwezig is. Weet dat het herbeginnen van het jaar een even ‘fake’ gedoe is en dat dit helemaal niets heeft gewijzigd aan de gang van mijn gedachten. En dan kom ik terug op de idee van een sapiens in het kwadraat, me afvragend wat dit wel zou kunnen betekenen en in welke richting dit wel zou kunnen gaan.
Dit uit te zoeken, is waar we voor staan. Het is een zoeken in de diepte - een zoeken dat eigen is aan ons mens zijn - waarheen we moeten, totaal los van het materiële, om binnen te dringen in wat de energie is die zowel een uitzaaiïng van het leven is, als het leven zelf is.
Ik vertel me dan dat de evolutie van aap naar mens, niet het werk is geweest van de mens zelf, maar van de Kosmos, en dat die kosmische, diepreikende beweging niet gestopt is en niet stoppen zal bij de homo sapiens.
Wij zullen het niet meer mee maken, maar wel zij die komen in de verlenging van ons. Het is een belangrijk en wonderbaar iets ingeschakeld te zijn in deze beweging die kosmisch is.
|