Ik tracht vooral me niet te verschroeien, me niet te verbranden in de eerste dagen van januari, vooral geen al te hoge vlucht te nemen, want te lang verblijven op grote hoogte is verwarrend voor mezelf als voor mijn lezers. Maar ik ken me, ik weet nimmer welke richting mijn gedachten zullen uitgaan. Kalm blijven is de boodschap en afwachten, ook omdat de nacht te lang heeft geduurd en de morgen er veel te vroeg was.
Ik droomde van een gedicht, in het rood geschreven, waaraan ik een strofe van vier lijnen toe te voegen had, zo dat al het negatieve in het gedicht, positief zou kunnen gelezen worden en de woorden in het zwart zouden geschreven staan. Het hield me, in droomtoestand, lange tijd bezig en ik voelde duidelijk de moeheid en de gejaagdheid in mijn hart. Het gedicht bleef maar komen maar ik vond er geen antwoord op, de dag was te lang geweest, de gevoelens van de avond, tot het te ver gevorderd punt in de nacht, te geladen met beelden en lawaaierige muziek.
Een vriend belde me in de morgen, hij vertelde me dat hij negentig wordt op 16 september. Een datum die ik bewaren wil. Hij heeft nog heel wat reisplannen: het pas geopend museum van Abu Dhabi en een verblijf op l’Ile Maurice. Zijn stem klinkt heel goed. Het is me duidelijk, hij heeft een kalmere nacht dan ik doorgebracht. Ik was met hem in Vézelay, in Fontenay en op tal van plaatsen in Bourgondië waar we de Romaanse kerkjes afliepen, en er zijn er heel wat. Ik was met hem in Schotland tot in het meest noordelijke punt van het main land, in St.John o’Groates. Ik was met hem in Yemen, in Sa’ana, in Ibb, in Kawkaban, in Mareb. En het waren telkens grote momenten met diepzinnige gesprekken over het leven en over wat onze rol op aarde wel zijn kon, want vonden we, hadden we hier geen rol te vervullen gehad, we zouden hier niet geweest zijn.
Voor ons had het ontstaan van het leven op aarde – we dachten zelfs in het Universum - een groot doel, het ontstaan van de mens en meer in het bijzonder, het ontstaan van de homo sapiens, met de nadruk op sapiens. We zagen het ontstaan van het leven als de loopplank naar het spirituele in de mens, en de groei naar dit spirituele als een kosmische groei, méér dan een ‘survival of the fittest’, dat het uiterlijke teken was. En die groei was van in de aanvang, van bij de Big Bang, aanwezig, hij lag vervat in de wetten van het evolutieve Universum.
Ik weet nu, dat ik dan toch te ver ben gegaan voor deze tweede dag van 2018; ik weet ook dat ik, hier gekomen er nog iets aan toevoegen wou, iets dat misschien hemelschokkend is, maar me baserend op deze evolutiewetten, denk ik dat deze volop zullen blijven werken in wat de Homo sapiens vandaag is, en dat deze nog absoluut niet aan het einde van zijn Latijn gekomen is, dat hij verder evolueren zal naar homo sapiens, sapiens.
Sprankels van deze ideeën zijn terug te vinden in alles wat ik schreef, in al wat ik heb uitgedragen in mijn vorige geschriften. Niet zoals ik het hier heb vermeld, maar de grond ervan is dezelfde. Ik ben dus, ondanks mijn voornemen, opgestegen, omdat ik op een gegeven ogenblik niet meer stoppen kon - ik had A gezegd en moest dus ook B zeggen - en ook en vooral, omdat ik een blog te schrijven had, en me opstellen wou in mijn rol als mens die ik te spelen heb in deze maatschappij die een totaal andere vooruitgang beoogt, een zuiver materiële, een belemmering voor de vooruitgang van de geest, in de mens als in de Kosmos..
Zo, in welk landschap ben ik eens te meer terecht gekomen als het niet het landschap zou zijn van de geest, als het niet liggen zou in de lijn die van in den beginne werd uitgestippeld.
Ik voel me goed er deel van uit te maken.
|