Waar wil ik heen vandaag, waar wil ik me afzetten om er te blijven voor een tijd, in welk oord, in welk boek en in welke stemming, als ik voel dat vele ogen op mij zijn gericht telkens ik me, gehuld in woorden, manifesteer?
Zoveel ben ik nu ook niet opdat ik spreken zou als een leider, een profeet, een Paulus, waar ik gisteren een ogenblik aan dacht, omdat ik gelezen had bij Bodifée - die Max Wildiers was gaan lezen - dat Wildiers de passage van 'Romans' 5, 15 niet zou gekend hebben. Echter, hij kende die maar al te goed, hij schreef heel duidelijk, Paulus hernemend: 'door de zonde van Adam en Eva was de wereldorde verstoord en is het kwaad in de wereld gekomen'. Hij wist het dus evengoed zoals ik het wist, ik ben dus fout geweest als ik het tegengestelde heb beweerd, mea culpa.
Hiermede is de toon gezet, kan ik verder, maar niet over wat Max Wildiers vertelt, men leze hiervoor Gérard Bodifée die de kerngedachten haalde uit Wildiers' werk en deze bundelde onder de titel 'Zo vrij is de mens', verschenen bij Pelckmans in 1996. Een tijd geleden al, maar nog altijd even fris en krachtig, en uiterst waardevol voor allen die op zoek zijn naar iets dat aan hun geest de ruimte bezorgt om over na te denken.
Dit boek ook maakt deel uit van mijn gedachtenwereld. Ik ben er door gevormd is het niet met wat er in vermeld staat, het is omdat ik er bakens heb in gevonden, die ik geplaatst heb naast de bakens van anderen, om uit te komen in wie ik vandaag ben en vooral over wat ik vandaag meen te kunnen/mogen schrijven. Ik tracht dus, dag aan dag, mijn bakens er naast te plaatsen of dan toch, minstens in de schaduw ervan.
Saint-John Perse, zegge de poëet die ik maar ten dele begrijp, maar van wie ik ook eens een bundel gedachten zou willen samen brengen, gaf aan een van zijn bundels de titel 'Amers' mee? Ik heb er lang over gedaan vooraleer ik ga zoeken ben naar de vertaling van 'Amers', om uit te komen bij 'le Robert', en te ontdekken dat het stond voor 'Bakens'. Maar voor Saint-John Perse heeft dit niet de betekenis die ik er aan geven wil, namelijk bakens van de geest, voor hem zijn het bakens opduikend uit de zee die geen binding hebben noch met het leven, noch met de eeuwigheid, zodat ik me er niet bij voel zoals ik me voel bij Wildiers als hij ons confronteert met zijn vraagstelling: 'Misschien staan de middeleeuwse mysticus en de moderne natuuronderzoeker dichter bij elkaar dan we vandaag kunnen vermoeden?'
Of, wat ik altijd heb gemeend te mogen zeggen, dat we ons nu bevinden op de snee van het metafysische, waar de (Westerse) kwantum fysica en de boeddhistische wijsheid op het punt staan in elkaar op te gaan.
Dit was van deze morgen, was van Saint-John Perse als van Max Wildiers, als van Paulus die ik, wellicht voor de eerste maal, elkaar heb laten ontmoeten in de woning die van mijn gedachten is.
|