Voor de vijver is de regen een zegen, voor velen een kwelling, waar is de middenweg? Er is er geen, het is zoals zij die boeken lezen en zij die er geen lezen, voor de enen is het voedsel, is het broodnodig, voor anderen is het overbodig, zelfs nutteloos, ze kunnen het heel gemakkelijk stellen zonder, zeggen ze. Wie zal het halen of wie zal het aan de kaak stellen?
Claire Messud in The Guardian, overgenomen door De Standaard, 'vreest dat de mensen in de toekomst - binnen vijftig jaar - 'misschien geen aandacht meer zullen hebben voor lange teksten zoals romans, dat voelt', zegt ze, 'alsof het gaat om het laatste spoor van een cultuur, zoals de grotschilderingen van Lascaux'. Ik dacht, tenware ik Messud misbegrepen had, dat de grotschilderingen, van waar ook, het opstarten inluidde van een cultuur en niet het einde ervan. Maar wat ze zegt over de roman is boude taal. Het kan dat film en televisie de rol van de roman aan het overnemen zijn, dat de doorsnee mens, als die er zou zijn, de gemakkelijkste weg kiezen zal en zich niet meer afzonderen zal met een boek in een hoek of onder de bomen zal gaan zitten om een boek te lezen, maar ik betwijfel het.
Evident is het wel dat je geen boek gaat lezen aan een zwemkom, of het nu is tijdens je verlof of wanneer ook. Veerle vanden Bosch weet er van mee te spreken. Ze heeft het in zelfde Standaard van 08 september, over een van haar collega's die ' haar grappend vroeg of ze eindelijk de tijd had gevonden om geen boeken te lezen'. Grappig ja, maar ook met een spottende ondertoon, zo iets als: 'waar jij nog je vakantie mee vult!'. En, daarenboven subversief ( gezagsondermijnend zegt mijn computer) geladen, wijzend op een ingesteldheid waar literatuur geen plaats meer heeft.
Het kan dat er heel wat tekenen aanwezig zijn die wijzen in deze richting en dat Messud het bij het rechte eind zal hebben; dat het lezen van een boek ingeboet heeft en wijken moet voor de games op computer, bij de jeugd om te beginnen en ook bij de volwassenen. Ik heb er hoegenaamd geen oog op, echter wie zijn zij die het handig zijn met games, verkiezen boven het lezen van een boek? Veerle vanden Bosch denkt in zelfde richting: 'Misschien is lezen wel een anachronistische bezigheid geworden, nu we worden geacht voor ons lijf te zorgen en veel te sporten en via de sociale media voortdurend in verbinding horen te staan met tientallen andere mensen.'
Ik ben niet veel meer van deze wereld, de vrienden die ik zie en hoor zijn allen boekenlezers, ik ken er weinig die het niet zijn. Ik weet dus niet hoe de doorsnee mens - nogmaals hij - zijn dagen doorbrengt, wat hij nog doet buiten zijn dagelijkse bezigheden en de uren die hij zeker spendeert voor de televisie. Ik weet er heel weinig over. Ik kan me er enkel vragen over stellen. Ik weet alleen hoe ik mijn jeugd heb doorgebracht, de boeken die ik las dag aan dag, mijn ganse leven lang, tot ik stil gevallen ben en zelf ben beginnen schrijven, met een zekere afgunst - me aanmoedigend verder te gaan - kijkend naar hen die er in slaagden hun geschriften in boekvorm te laten verschijnen.
Zo, om me heen kijkend, denk ik dat met de dood van God ook het sterven van het boek, en dus van het lezen, bezegeld werd. Wat in de eerste plaats wijst op een verschuiving, op een afbraak van het spirituele in de samenleving ten voordele van het materiële aspect ervan. Het is de materie die het haalt op de geest en dit is duidelijk waarneembaar in elke vorm van kunst die heden ten dage wordt opgevoerd.
Het elitaire, het spirituële, het kosmische gerichte is aan het verschrompelen. We verzetten er ons tegen met de moed der wanhoop. We willen er niet aan ten onder gaan. We zijn het volledig eens met vanden Bosch: 'zo bekeken krijgt lezen iets subversiefs. En wat subversief is is aantrekkelijk. Laten we het boek maar eens promoten. Succes gegarandeerd.
Bravissimo, Veerle, lang leve het boek!
|