Ik hoorde deze morgen dat John Ashbery, een schrijver/poëet die ik niet ken, overleden is in New York. Er zullen er deze morgen wellicht heel wat gestorven zijn in New York en elders. Echter, wat me vooral trof is, 1. dat hij negentig was en 2. dat hij gehoopt had op de Nobelprijs literatuur, zoals bij ons Hugo Claus en Harry Mulisch dit verhoopt hadden en, wellicht nog steeds Cees Noteboom.
Wat 1 betreft 2 komt hier niet ter sprake - negentig en het jaar 1927 dit zijn voor mij cijfers die iets magisch hebben. Al hebben ze het niet voor de wereld, ze hebben het voor mij, alsof ze, wat vandaag in is, getatoeëerd stonden op mijn bovenarm, 90 links en 1927 rechts - of omgekeerd, het heeft geen belang - wat gelukkig niet het geval is, maar ik kan het niet ontkennen, op het punt waar ik aangekomen ben, hebben ze een betekenis gekregen die ze normaliter niet hebben of niet kunnen hebben.
Denk nu niet dat ik die getallen koester, er zijn er andere die ik liever op het bevolkingsregister ingeschreven zag, maar het stond zo opgetekend in psalm 139 van het Boek der Boeken, en aan wat daar staat, ontkom je zo maar niet.
Ik denk aan het jaar 1927, het jaar dat mijn ouders huwen, het jaar van de ontmoeting van een zaadcel met een eicel in de schoot van mijn moeder: een kleine ontploffing, twee cellen die in elkaar opgaan en ik word geconcipieerd als mens. En, op de dag van de Onschuldige Kinderen vroeger Onnozele Kinderen glijdt je spiernaakt uit de moederschoot, waar je gedurende negen maanden gewoond hebt, als foetus eerst, daarna als baby.
Van dat ogenblik af, eens buiten de moederwand, wordt je gegrepen, bewerkt en gekneed door de straling van maan en planeten, van sterren en zwarte gaten, van al wat van de Kosmos is. Dit is wat bepalend zal zijn voor je karakter en dus ook voor je toekomst. Je hebt er niet de minste invloed op, je ondergaat de wet van de Kosmos en stapt aldus getekend, de wereld binnen. Van dan af is alles wat je doet deel van je voorbestemming, van dan af is je weg uitgestippeld en zal je er niet meer van afwijken. Zoals je geen vat zult hebben noch op de omgeving, noch op de omstandigheden, waarin je geboren wordt en waarin je later, keer op keer, terecht zult komen: het zullen voornamelijk, om niet te zeggen hoofdzakelijk, de omstandigheden zijn die bepalend zullen zijn voor het punt waar je zult aankomen, wanneer ook.
Wat je wel kunt, maar ook dit hangt af van de omstandigheden, is bijschaven, is reguleren, is waarden bepalen en vastleggen; wat je wel kunt is creatief zijn, wat je wel kunt is in alles een zekere nederigheid aanhouden, maar wat je kosmische geaardheid betreft heb je weinig in de pap te brokken. Je vermag dus heel weinig al dacht je het tegengestelde, maar je was een geluksvogel want je kreeg hiervoor 90 jaar de tijd.
Had je die jaren werkelijk nodig om te worden wie je geworden bent of had het met minder gekund?
Een vraag, niet zoals een andere. Je kunt er op antwoorden, al ken je het antwoord niet, maar schijnbaar stond het geschreven dat je het niet kon doen met minder, dat je die negentig jaren ten volle nodig had om, op een bepaalde dag, in de schaduw van die negentig, te schrijven wat je vandaag geschreven hebt. Vertrekkende van uit het nieuws van Klara, over een overleden poëet, toen je, heel vroeg, uit noodzaak, je lichaam pijnigend, op je buik boven op het bed lag uitgestrekt, een half uur lang, luisterend naar Klara, tot je dacht dat het genoeg was en met het Scherzo uit de Negende Symfonie van Dvorák, bent opgestaan, ontspannen en klaar om te gaan kijken of je blogtekst van gisteren goed was ingelogd.
Je hebt dus om je blog te schrijven het geluk gehad dat er iemand van het jaar 1927 overleden was in New York. Je denkt niet, als het jou zou overkomen, dat er in New York zou verteld worden, op om het even welke zender, dat er in Vlaanderen, iemand overleden is die in 1927 geboren is?
Het beste is trouwens, dat hiermee nog enkele jaren wordt gewacht, zowel in New York als hier in België.
|