September heeft de geur van de herfst, de herfst de geur van de winter, het ene is niet te noemen zonder te denken aan het andere, beide zitten verweven in elkaar. Beter ware dus er niet over te spreken en te nemen wat er komt, geen maanden of dagen te nummeren, geen lijnen te trekken, niet te noemen met een andere naam. De aarde, zij houdt er geen rekening mee, zij gaat onverstoord verder, zij heeft haar weg af te leggen en ze doet het glansrijk; en de zon is er als haar maatstaf, als haar vast punt waar omheen ze bewegen kan, gelukkig als ze is, een vast punt te hebben.
Zo is het ook niet, dat nu de naam van de maand is veranderd, er zich iets zou gewijzigd hebben, dat de zomer die er gisteren nog was er vandaag niet meer zou zijn, zelfs al schijnt hij even te aarzelen, zelfs al is het morgenlicht trager om te komen en kent het niet de spettering van vorige morgens, maar we nemen wat er komt, en het is zeker niet het weer dat ons remmen zal in ons pogen trachten nader te komen tot wat we denken de waarheid te zijn.
Al weten we niet of we op de goede plaats aan het zoeken zijn. Of we niet zoals de man met een glaasje op die de huissleutel verloren had voor zijn deur, maar hem wat verder ging zoeken onder het licht van de straatlamp, omdat het daar klaarder was. Misschien zijn we die man – met of zonder glaasje op - en zoeken ook wij op de verkeerde plaats onder de lamp die wel de straat verlicht maar onze geest in het donker laat.
Zo, het is niet omdat het september is dat onze zoektocht niet zou verder gaan, zoals het evenmin nu gemakkelijker zou gaan om mijn blog te voltooien, in tegendeel, ik ben geen voorstander, zoals de natuur er aan toe is, om stil te vallen. Het zou geen goede keuze zijn - zelfs al zou het verantwoord kunnen worden - mijn ritme te verliezen en langzaamaan stil te vallen eens de winter daar. Ik zie dus september helemaal niet als een excuus om het nu anders te gaan doen, en ik zie ook geen andere reden in de nabije toekomst. Wat ik wel totaal ignoreer is hoe ver deze toekomst voor mij nog lopen zal.
En eigenlijk, wat ik zegde over het zoeken van de waarheid, ik zoek niet meer. Ik heb mijn stellingen al ingenomen en het is van daar uit dat ik het veld overschouw om te zien wat ik er aan toevoegen kan of wat er moet van weggenomen worden. Ook dit heeft helemaal niets te maken, noch met het weer, noch met de stand van de aarde ten opzichte van de zon. Het heeft eerder iets te maken met de stand van de planeten, zoals Mercurius en Venus en Mars dichtbij, als Jupiter en Saturnus verder af. Het zijn zij die me door hun inspiratie beïnvloeden kunnen.
Ik zelf kom dan over, of wens dan over te komen als een planeet voor jullie.
|