Considerate la vostra semenza: / fatti non foste a viver come bruti, / ma per seguir virtute e conoscenza[1].
Dante Alighieri, in zijn Inferno. Dante die in de Hel Ulysses – een vlammetje - ontmoet. Ulysses die vrouw en zoon en vader verlaat om terug de zeilen te hijsen en zijn gezellen oppept met de woorden:
Denk aan je herkomst. Je bent niet gemaakt om als bruten te leven maar om deugd en kennis op te doen.
De prachtige Dante die ons aanraadt een eerlijk persoon te zijn, de tijd te gebruiken om grote dingen te doen. Dante die weet hoe de mens zich gedragen moet, het hoofd gericht naar de sterren, naar wat de sterren ons verbergen, om de oneindigheid af te tasten en te blijven aftasten met de voelhorens van de geest. Om te trachten een antwoord te vinden op ‘les grandes questions’ van Jean Biès, het enige wat van belang is te weten voor de mens die we (nog maar) zijn.
En ik stel me de vraag hoeveel er zijn die hompen brood en tassen rijst in overvloed hebben en zwemkommen vol water, hoeveel er zijn die inzicht willen hebben in de geheimenis der dingen; hoeveel er zijn die, zoals Dante-Ulysses, zoekend willen zijn, om een beeld te krijgen van Wie of Wat het is, die zon en sterren bewegen doet?
De wereld is wat hij is, maar in de armoede levend, met een lege maag is het moeilijk om een Ulysses te zijn en niet geconfronteerd te zijn met een grote leegte in het hoofd. We leven nu eenmaal in een wereld van ongelijkheden als ik de beelden zie op televisie van de favello’s of van de vele vluchtelingen-kampen op de wereld, en de mens die er moet in leven, dag na dag, van morgen tot avond, tot nacht, en, zonder enige verbetering in het vooruitzicht.
Ik zou dus, om te beginnen, me moeten, voelen als een bevoorrechte die de grote luxe kent te kunnen leven naar de geest in hem en elke morgen te vertrekken van uit het landschap van die geest om mijn dag door te brengen; gelukkig zijn de kans te hebben gekregen creatief te zijn, in welke mate dan ook, maar te kunnen leven als een homo sapiens, als mens die denkt op weg te zijn naar de homo sapiens-sapiens, en te œuvreren in die richting, bewust van het feit dat het de enige weg is die hij te bewandelen heeft.
Dante wist dit maar al te goed: ‘considerate la vostra semenza’, kijk naar wie je bent om te worden wat je zijn moet. Ik wil hier niet gaan moraliseren. Wat ik schrijf is wat ik voel en hoe ik ben ingesteld, hoe het leven, de omstandigheden waarin ik ben opgegroeid me gevormd heeft.
Ik weet dat ik onvoldoende Engels ken om ‘Finnegans Wake’ te lezen en toch houd ik het boek binnen handbereik, toch blader ik er nu en dan eens in, vruchteloos als ik lees:
‘But the spoil of hesitants, the spell of hesitnecy. His atake is it ashe, tittery taw tatterytail, hasitense humponadimply, heyheyhey a winceywencky.’
Om maar niet van de voorgaande en de daarop volgende zinnen te spreken. Geen snars begrijp ik ervan en toch neem ik het boekje[2] nu en dan in de hand en blader ik erin, hopende een passage te ontmoeten die ik wel voluit begrijpen zal, zoals ik regelmatig terug keer naar de belangrijke vragen waar Jean Biès het over heeft, al heb ik er geen duidelijk, geen sluitend antwoord op, ze staan er, ik kan er niet aan voorbij, vandaag niet, morgen evenmin.
Ik ben die vragen.
[1] Dante: Inferno, canto XXVI : 118-120
[2] Het is een boekje, nog geen handpalm groot, met groen couvert en gouden letters. Een van de tien van het verzamelde werk van James Joyce, aangeboden in een groen koffertje dat ik kocht voor een meer dan modeste prijs bij De Slegte.
|