Bosduiven in de ceder, vroeg, heel vroeg zijn ze er. Ik denk dan telkens aan mijn broer die ging, hij noemde ze houtduiven maar ik houd het bij de naam die ik altijd heb gehoord, het blijven de bosduiven uit mijn verre jeugd, te ver nu al, opdat er nog veel zou van overblijven. Eigenlijk maar enkele flarden meer, kleine feiten, impressies, amper het melden waard, maar ze zijn er, ze duiken op, zo maar. Ik zoek er niet naar, ik droom er niet meer in weg, want het heeft geen zin te diep te gaan kijken, het is meer pijn dan wat anders, pijn om wat voorbij is die nu berusting is geworden. Mijn leven was wat het was en is, het kon helemaal niet anders geweest zijn, afhankelijk, nu gezien, van enkele luttele details, maar wat was, was zoals het geschreven stond in het boek, als ik psalm 139 geloven mag. Ik had dus maar de weg te volgen die stond uitgestippeld. Ik heb dus geen enkele reden om te zeggen, ware dit er niet geweest er zou dat niet gebeurd zijn want:
‘What might have been is an abstraction / remainig a perpetual possibility / only in a world of speculation’, wist mijn kameraad T.S.Eliot. Ik weet het wel mijn weg stond niet vooraf uitgestippeld maar vloeide voort uit de omstandigheden - en wat deze betreft is een oogcontact soms bepalend - die we, o zo graag toeval noemen, maar waarin ik, de ene omstandigheid volgende op, en komende uit een andere, verwikkeld geraakte en dit, geconditioneerd door mijn omgeving, én, wat ik steevast geloof, door de stand van sterren en planeten, de dag van mijn geboorte/de dag van mijn conceptie, dit alles is bepalend geweest voor waar ik nu sta en hoe ik nu ben. Als het boek van psalm 139, geschreven zou geweest zijn, ware het de resultante geweest, ogenblik na ogenblik van alle omstandigheden waarin ik terecht zou komen.
Ik haalde gisteren mijn Karl Popper[1] nog eens naar beneden. Heb er om een onbepaalde reden in gebladerd, gezocht naar wat onderlijnd stond. In verband met wat ik hoger schreef citeert Popper het boek ‘Freedom of Man’, van Arthur Holly Compton (1892-1962, Nobelprijs Fysica 1927), waarin hij de New Physics betrekt bij de discussie over de vrije wil van de mens:
‘C’est la question fondamentale de la morale, c’est un problème vital pour la religion, et c’est le thème d’une recherche active dans les sciences : l’homme est-il un agent libre? Si (…) les atomes de nos corps obéissent à des lois physiques aussi immuables que les mouvements des planètes, pourquoi entreprendre? Quel sens y a-t-il à faire plus ou moins d’efforts si nos actions sont déjà prédéterminées par des lois physiques.’
Want, zegt Compton al wat gebeurt in een dergelijke wereld: est physiquement prédéterminé y compris tous nos mouvements et, par conséquent, toutes nos actions. Si bien que toutes nos pensées, tous nos sentiments, tous nos efforts ne sauraient avoir aucune influence pratique sur ce qui se passe dans le monde physique.’(p. 334).
Karl Popper noemde dit ‘le cauchemar du déterminisme[2] physique’
Dit is een ongewoon verdict, maar is het wel zo? Later meer hierover.
[1] Karl Popper: ‘La Connaissance objective’, Aubier, traduction intégrale de l’anglais et préfacé par Jean-Jacques Rosat, 1991 ; Originele titel : ‘Objective Knowledge’,Oxford University Press, 1972. Chapitre : ‘Des nuages et des horloges.’ pag. 319.
[2] Determinisme: leer volgens welke onze wilsbepalingen en handelingen geheel door voorafgaande en uiterlijke omstandigheden bepaald worden, die dus de vrijheid van de wil ontkent. (Van Dale).
|