De natuur groeit gestadig maar niet uitbundig, niet zoals je van maand april/mei verwachten zou. Zo ook mijn gedachten, eerder stug, niet zoals ik wensen zou.
Ik ben dit maal opgestaan uit een realiteit die moeilijk te verhalen is, omdat het, gezien met onze westerse ogen, een absurde realiteit is, echter, daar waar deze zich heeft afgespeeld, wellicht in een stadje in Afghanistan en er zich blijft afspelen, een doodgewone.
Het liefst zou ik over iets anders schrijven, het liefst zou ik vertrekken van uit een wereld van mooie dingen en mooie gevoelens; het liefst wou ik het hebben over wijze mensen die wijze woorden spreken en wijze handelingen stellen. Maar zo zit die Afghaanse wereld niet in elkaar, wordt me verteld. En ik ben er door gebouleverseerd; ik krijg inzicht in het leven van anderen, jonge meisjes die te vlug vrouw worden en een leven leiden dat van hier uit gezien, geen leven is, beknot als ze zijn in hun mogelijkheden van lief hebben en gelukkig zijn.
Hoe vreemd de wereld is, hoe hij verschillen kan van volk tot volk. De film, ‘The Stone of Patience’ van Atiq Rahimi[1] op Canvas, van een paar dagen geleden – nog altijd op te vragen via ‘vrt NU’ - is er een meer dan ontstellend voorbeeld van. Dit is geen volk dat hier binnen mag met zijn gebruiken en gewoontes; dit oogluikend laten gebeuren is wraakroepend. Ik weet niet hoe de film eindigde, want ik ben weggeroepen een paar minuten voor de laatste beelden ervan, maar het zal even absurd geweest zijn als het meest absurde dat ik te zien en te horen kreeg. Het verscheurde leven van een jonge vrouw die, bij afwezigheid van de man die ze te huwen had - hij, held aan het front - huwde in afwachting met zijn dolk en, toen hij na twee, drie jaren, opdook, hij haar zelfs geen blik gunde. Later, in comateuze toestand, wordt hij naar huis gebracht met een kogel in de nek, waar ze hem, niet meer dan een plant, verzorgen zal. Pas nu waagt ze het hem de geheime roerselen van haar hart, die ze jaren heeft opgekropt, te vertellen..
Heb ik het verkeerd gezien, heeft het niets te maken met de werkelijkheid en is het maar een uit de hand gelopen beeldverhaal geschoeid op een bekroonde roman, dat ik te zien kreeg en dat ik best zo vlug mogelijk vergeten moet? Of, moet die film keer op keer, om de maand het liefst, vertoond worden opdat we weten zouden, welke vorm van leven onze kinderen, meisjes vooral, te wachten staat, als we ooit door hen zouden overrompeld worden?
Wat je ziet acht je niet voor mogelijk. En dan zijn er onder ons, die de politiek bedrijven die het dus voor het zeggen hebben en het aandurven met overtuiging te verwijzen naar de Verlichting die bij ons, na zeventien eeuwen is opgedoken en gemaakt heeft dat we hier nu, in het westen, staan waar we staan, bijna ontdaan van elke religieuze binding. De politieker in kwestie – ik zal zijn naam niet noemen - is de mening toegedaan dat ook onder de insijpelingen, de Verlichting (ooit) zal toeslaan en we dus onze toekomst met die volkeren, met een gerust hart mogen tegemoet zien. Hij beweert dit met de glimlach van de zekerheid en voor hem is dus de kous af, laat maar komen.
De politieker die ik dit hoorde verklaren, vergeet hierbij te zeggen dat we nooit in ons verleden, een toestand gekend hebben, die enige overeenkomst vertoonde met de toestand die ons wordt afgeschilderd in de film; een wereld, die naar onze maatstaven zo absurd is – ik heb geen ander woord ervoor – die niets, maar dan ook absoluut niets gemeen heeft met de wereld die wij gekend hebben en waaruit uiteindelijk de Verlichting is kunnen ontstaan.
Ik heb dan ook niet de minste zekerheid dat, gezien de diep gewortelde aard van hun gebruiken en gewoontes, hun strak gebonden zijn aan de Koran, hun ingeboren houding tegenover de vrouw in het algemeen, de Verlichting zo maar ‘ooit’ bij hen zou kunnen opduiken, zich inspirerend op wat in het westen – het westen dat ze haten – gebeurd is.
Hij, de politieker twijfelt er niet aan. Ik wel, heel sterk zelfs.
[1] Atiq Rahimi, schrijver en cinéaste, zijn boek ‘Pierre de Patience’ werd bekroond met de Prix Goncourt 2008. In zijn film wordt zelfs gezegd dat niet Mohammed de profeet was, wel zijn vrouw Aïsha die 9 jaar was toen Mohammed haar huwde op 54 jarige leeftijd.
|