30 juli 2010: Steinmänner.
De tijd dat ik lezen of werken kan is beperkt, ik moet er heel vroeg, soms voor dag en dauw aan beginnen om te komen waar ik aankomen wil. Niet alleen zijn er deze Geschriften, maar er is ook mijn dagboek, er zijn ook om gelezen te worden, de vele knipsels en de boeken. Mijn leven naast mijn leven is er een van schrijven en lezen en sommige boeken zijn Steinmänner[1] geworden op de korrelige weg over de gletsjer, dat het leven is.
Zo is er ‘Le Mystère des Cathédrales’[2] van Fulcanelli, over de betekenis van de alchemie in de gotiek, meer in het bijzonder in de ‘Notre Dame’ van Parijs, met zijn schitterende verwijzing naar het capitulum[3] van de mis van de Onbevlekte Ontvangenis op 8 december, en de tekst genomen uit het boek Wijsheid, dat als volgt begint: De Heer bezat me in het begin van zijn wegen, alvorens om het even wat te doen, vanaf het in principio…
Zo is er het boek van Fabre d’Olivet: La Langue Hébraïque restituée [4], met een woord-gebonden letterlijke vertaling van de tien eerste hoofdstukken - hij noemt het ‘de cosmogonie van Mozes’ - uit Genesis. En met zijn schitterende vertaling (die ook deze is van Paul Nothomb) van het vers dat ik niet aanvaarden kan als komende van God, namelijk vers 3, 19: ‘je bent van stof en tot stof keer je terug’. Fabre vertaalde dit vers: ‘que ce n’était ni la poussière des uns, ni la fange des autres, vers laquelle il devait retourner; mais l’élément spirituel, principe de son être.’
Vandaag voeg ik er het boek aan toe van Pierre Alain Bergher[5] die me wegwijs maakt in de wereldse mystiek en geheimdoenerij van de literatuur van de laat XIXde eeuw.
En als ik de Bijbel als boek niet heb vernoemd dan is het omdat het vanzelfsprekend is dat dit, voor het westen dan toch, maar zeker voor mij, het boek der boeken is.
Bergher herinnert er me aan in zijn voetnoot pagina 41 waar hij verwijst naar vers 16 uit Psalm 139, hij haalt daarenboven de tekst ervan, uit de King James’ versie van 1611 en het is met een onverholen vreugde dat ik hier de volledige versregel 16 wens aan te halen:
‘Thine eyes did see my substance, yet being unperfect; and in thy book all my members were written, which in continuance were fashioned, when as yet there was none of them.’
Ook wens aan te halen een deel in de Franse versie van Bergher: ‘Et sur ton livre étaient inscrits tous les jours qui m’étaient réservés, avant qu’un seul de ces jours existât’.
Is er een prachtigere zin: ‘which in continuance were fashioned, when as yet there was none of them’?
Of, alles wat mij betreft, Heer, staat al opgetekend in je boek, alhoewel alles er nog niet is, alhoewel het nog komen moet, het ligt al opgetekend in je boek. Welk ander boek kan hier bedoeld worden dan het boek dat van elk van ons is. Alleen al met deze vondst – ik moet de psalmen gaan lezen –begeestert Bergher me, il me possède, met zijn boek over Stendhal’s Chartreuse de Parme.
Het is om er duizelig bij te worden, wat een wereld er al beschreven staat in de boeken waarin we ons wentelen kunnen. En wat heb ik er nog aan toe te voegen, niets in meer, ik kan enkel herhalen, kan enkel het bestaande verhalen op een andere wijze, een betere of een minder goede. Dit is het enige dat ik vermag. Hernemen is een noodzaak voor mij, hernemen en herkleuren, herschikken in andere verbanden. Dit is mijn leven, het woord is mijn adem, is mijn bloed.
*
PS. Recentelijk dook het cijfer 139 op, als tattoo op de bovenarm – of was het ergens anders – van een blonde domineesdochter, gemerkt als ‘139: 1-3’, wat betekent dat wat ze ook denkt of doet, waar ze ook verblijft, God haar in het vizier heeft. Ik wil jullie de tekst ervan niet onthouden, in het bijzonder niet aan de lezer die beslagen is in het Spaans. Zo, de tekst genomen uit de Biblia de Jerusalen: 'Yahweh, tù me escrutas y conoces; sabes cuàndo me siento y cuàndo me levanto, mi pensamiento calas desde lejos ; esté yo en camino o acostado, tù lo adviertes, familares te son todas mis sendas.
[1] Steinmann: een hoop op elkaar gestapelde stenen om de juiste weg aan te duiden over de gletsjer of plaatsen in de bergen.
[2] Fulcanelli: Le Mystère des Cathédrales et l’interprétation ésotérique des symboles hermétiques du grand oeuvre, Ed. à Paris, chez Jean-Jacques Pauvert, 1964
[3] Dominus possédit me in initio viàrum suàrum, àntequam quidquam fàceret a principio.
[4] Fabre d’Olivet: La Langue Hébraïque restituée, Delphica. L’Age d’homme
[5] Pierre Alain Bergher: Les Mystères de la Chartreuse de Parme, Edition: Gallimard, 2010
|