Ik hoor al dagen lang, en het deert me absoluut niet, Mozart op Klara. Mozart en nog Mozart, zodat er onvermijdelijk stukken van melodieën komen die ik al de vorige dagen heb gehoord. Dit geldt onvermijdelijk ook voor wat ik schrijf. Ik ook moet, nu en dan, zinnen, paragrafen, teksten van vorige jaren opdissen. Ik weet het en eigenlijk, het stoort me niet, evenmin als de wijze van componeren van Mozart me storen zou.
Lees nu toch niet dat ik me een Mozart voel als ik schrijf, maar wel weet ik, dat mijn woorden soms even spontaan ontstaan als de noten muziek bij Mozart, maar dit is dan ook alles wat ik ooit met hem zou kunnen gemeen hebben en zeker niet dat ik twee honderd en meer jaren verder nog zou gelezen worden.
Aldus gebeurt het ook dat ik me de vraag stel, wat vang ik aan met deze teksten, die in het bijna-voorbije jaar verschenen onder de vorm van Blogs. Is er iemand die opstaat om me te vragen deze niet te laten liggen in het onderste van een lade, maar uit te kijken naar een materiële bundeling ervan, dan toch van deze die waard zijn bewaard te worden? Iemand die wenst me te herlezen op rustigere momenten alsof wat ik schreef, allemaal gedichten waren en dan nog gedichten druipend van poëzie: la Poésie qui… etc., etc. ?
Dit iemand moet dan weten dat de totaliteit ervan, bruto meer dan 600 pagina’s beslaat, meer dan, leert mijn laptop me, 227.000 woorden. Hij moet dus ook weten dat ik wat tijd nodig heb om te schrappen wat ik schrappen wil en te herzien wat ik herzien wil, alvorens de definitieve vorm te laten kopiëren in A5 formaat.
Mijn professor van Nederlands – God hebbe zijn arme(!) ziel - leerde me dat we nooit iets mochten vernietigen van wat we geschreven hadden, hoewel ik het al gedaan heb en dit tot mijn spijt. Wellicht zal ik dus houden wat ik heb, al was het maar, tot nader orde, en op memostick, en op harde schijf.
Dit, waarde vriend lezer, zijn gedachten die me, met Mozart op Klara als voorbeeld, bezig houden op deze voorlaatste dag van het jaar. Is het te begrijpen of is het beter erover te zwijgen? Ondertussen, terwijl ik schrijf, het licht dat stilaan in grijze tonen terug aan het komen is.
Een vriend van mij, wordt geroerd door de verschillende tonen van grijs, hij tracht die te sprokkelen op zijn manier, hij kleurt die in met zijn gevoelens en hij zet die kleuren neer op een doek. Hij creëert, zoals de wintermorgen vandaag de kleuren creëert, en creërend is hij een gotieker omdat wat hij doet – hoe eenvoudig het ook moge gebeuren – een kosmische aangelegenheid is. Hij hoeft het niet te doen, hij kan gewoon verder gaan zonder het te doen, maar, en hier begint het, zijn leven situeert zich op het vlak van het ‘doen’, hij kan niet anders. De tinten grijs zijn een uitdaging voor hem om het te doen en, zoals het licht, te zoeken naar het meest precieze grijs dat er is.
Ik zoekend naar het precieze woord, hij zoekend naar het precieze grijs. We zijn broeders in de geest van hen die zoekend zijn.
|