In zijn wekelijkse column in De Standaard van 23 december, heeft Dyab Abou Jahjah het over onze ‘culturele confortzone’ die we best zouden verlaten.
Als hij hier op aandringt dan is het omdat hij zich aansluit bij de mensen die opteren voor een samenleving van respect, mensenrechten en democratie en ingaan tegen de stromingen van extreem rechts en het extreme jihadisme. Hij noemt de symbiose tussen beide blokken ‘une danse macabre’.
‘We worden in de hoek geduwd, en geïntimideerd door een discours dat zo assertief is geworden dat het in de politiek al autoritarisme aan het kweken is’, aldus Abou Jahjah.
Hij valt uit tegen de man die het waagde de rechter – die geen visum uit te schrijven heeft - wereldvreemd te noemen en heeft het over de opkomst van de ‘populisten’, een naam die meer en meer ingang heeft gekregen.
Maar hij gaat dieper en raakt de essentie, ‘de botsing van beschavingen die het mainstream discours is geworden’. Autochtonen in Europa en in de VS radicaliseren heel snel in de richting van ‘identitair nationalisme’, terwijl allochtonen ook aan het radicaliseren zijn in verschillende richtingen.’
Abou Jahjah vraagt zich echter niet af hoe het komt dat er zoveel haat is gegroeid ‘langs beide kanten van het spectrum’? En zelfs had hij zich de vraag gesteld, de haat is niet gegroeid langs de kant van de Jihad-aanhangers, de haat hoefde niet te groeien, hij was er hiervan zijn er voldoende bewijzen aanwezig. En het is precies omdat wij in het westen voortdurend geconfronteerd werden en worden met die haatgevoelens, die niet alleen dominant zijn in het oosten maar ook in grote mate dominant bij het gros van de allochtonen hier, dat we in verdediging zijn gegaan tegen het gevaar dat die haat betekende en onze reactie heeft niet zo zeer het karakter van haat dan wel van angst voor het verontrustende van de situatie waarin we ons voor het ogenblik bevinden.
Het kan, zo laat hij toch uitschijnen dat die haat niet (meer) aanwezig is bij hem en wellicht ook niet bij andere gematigde islamisten. Hij, Abou Jahjah heeft zelfs sinds 2009 besloten ‘om uit de logica van de identiteitspolitiek te stappen en van uit een verbindend en niet-etnisch maatschappijproject te vertrekken’.
Hij heeft dus de zone van de islam verlaten, een zone van verscheurdheid, van geweld en doodslag. Het was dus geen confortzone zoals die van ons. Het was dus voor hem gemakkelijk en meer dan wenselijk zijn etnische zone te verlaten – en velen zijn wellicht in zijn geval – hij breekt dus een lans opdat ook wij onze zone zouden verlaten.
Hij begrijpt wel dat het moeilijk is om ‘in tijden van angst en psychose, geborgenheid van een eigen gemeenschap, het eigen volk of de eigen etnische groep niet op te zoeken Maar we hebben zegt hij geen andere keuze’.
Ik vermoed dat Abou Jahjah, en ik begrijp hem, het moeilijk heeft zijn roots te verloochenen, zoals wij het moeilijk zouden hebben, maar ik denk dat hij het doet uit noodzaak, terwijl wij die noodzaak niet kennen.
Ik denk niet, wat ik hem nochtans wens, dat hij, in de huidige omstandigheden, en gevolgd zoals hij wordt - te recht of ten onrechte - een gelukkig man is of kan zijn. Ik wou ook niet in een toestand verkeren dat ik me genoodzaakt zie mijn roots op te geven en te trachten binnen te dringen in een andere confortzone. Het zou het ergste zijn dan me kan overkomen.
|