Het zijn maar vluchtige schetsen van iemand die, in plaats van zoals een vriend die ik gisteren sprak bezeten is door het tekenen, bezeten is door het schrijven van kleine, vluchtige schetsen die elke dag worden aangevuld en zich opstapelen, maar uiteindelijk toch maar schetsen blijven, onafgewerkt, geborgen in een schetsboek.
Dit is mijn lot vandaag terwijl ik, zoals er zovele zijn geweest en zoals ik het hoorde van Zhivago/Pasternak, hun ganse leven hadden willen werken aan één groot, alles overtreffend werk dat symbool zou staan voor het leven dat ze hier hebben gekend.
Ik noemde Pasternak en hij realiseerde het, zijn ‘Dokter Zhivago’ is een werk dat misschien – vooral na de film – niet meer gelezen wordt, maar dan toch op literair gebied, gezien moet worden als een meesterwerk van de twintigste eeuw.
Dit is dus wat ik wensen zou, het schrijven van een groot boek met een groot verhaal dat ik elke dag op het web zou zetten. Ik heb nog niet zo lang geleden – was het in 2013? - een poging gedaan en mijn verhaal omheen Dantes ‘Inferno’, het eerste deel van zijn Commedia, uitgeschreven en als blog laten verschijnen. Wat geen succes is geweest, niemand vond er iets aan en nochtans de voorbereiding ervan heeft me jaren bezig gehouden, en vrienden weten dit maar al te goed; jaren dat Dante me bezat, om niet te zeggen ik bezeten door Dante, en nog steeds. De rij boeken die ik bezit van hem en over hem, staat nog altijd op de meest toegankelijke plaats van mijn boekenrek en die boeken zullen er blijven zo lang ik leef.
Het werk heeft me jaren van mijn leven gekost, het was een obsessie, waarvan ik me heb kunnen ontdoen, door het door te geven via mijn blog. De tekst ervan wordt nu overspoeld door mijn dagelijkse schetsen.
Waar ik van droom – maar ik droom van heel wat dat ik nooit bekomen zal – is het schrijven van een doorlopend verhaal; een soort van feuilleton, zoals er al zovele zijn. Ik weet echter bij ondervinding dat 500 woorden voor een blog voldoende is, dat het haalbaar is als het gebeurt zoals het zich nu voordoet in de vorm van een schetsboek, maar dat het schrijven van een verhaal à rato van 500 woorden daags, dat voldoende blijft boeien, een exploot is waar ik me niet durf aan wagen, omdat ik vrees op een gegeven ogenblik stil te vallen. Wat al eens gebeurd is in het verleden. Want, gegeven en het aantal pagina’s dat ik wil bereiken, en het ritme dat ik me opleggen zou, wordt het een kwestie van ruim 250 à 300 dagen, wat gezien mijn leeftijd een risico inhoudt.
Het blijft dan toch iets om in gedachten – ik dan toch - bij te houden. Lig ik er van wakker, het is een goede remedie om slapeloosheid te overwinnen. Wat ook de toekomst moge brengen, voorlopig wijzig ik in niets het leven dat ik er op na houd, gekleurd voor een belangrijk deel door het bijhouden van mijn blogverhaal.
|