Ik ben deze morgen, vroeg opgestaan, vóór het licht er was, denkend aan Amélie Nothomb die elke morgen – zo beweert ze toch – opstaat om vier uur om te schrijven, maar een zin uit mijn Blog van gisteren hield me bezig, namelijk de idee over God die zich zelf wou zien via de mens. Deze is te ver dragend en zelfs schokkend omdat dit betekenen zou, wat we al lieten verstaan, dat het Universum er is opdat de mens er zou kunnen zijn.
Ten tijde van Ibn Arabi en Dante was dit aanvaardbaar want de aarde was het middelpunt van het Universum met de zon en de sterren er omheen, en een toekijkende God er boven. De relatie God, mens en aarde vormde een soort van eenheid. De drie elementen lagen dicht bij elkaar en speelden op elkaar in, en men kon aanvaarden dat de aarde geschapen was opdat de mens er kon leven, opkijkend naar God en God aldus via de mens een beeld had van zich zelf.
Vandaag vervalt dit beeld. We weten dat de aarde maar een zandkorrel is in het Universum en dat er wellicht per sterrenstelsel, duizenden ‘zandkorrels’ zijn, wentelend omheen hun zon. Wat meer is, op heel wat van deze ‘Aardes’ kan leven mogelijk zijn, kunnen er wezens zijn die denken en redeneren zoals wij, of op een wijze die anders is. Daarenboven ook zij kunnen hun goden hebben en aanbidden of verwerpen.
Wat Dante vooropstelde zou dus kunnen veralgemeend worden, en besluiten dat het Universum én de mens, gevormd/geschapen werd opdat God, zichzelf weerspiegeld zou zien in de geest van de mens.
We wensen deze zin niet verder te onderlijnen. Het is een gegeven zoals er zovele zijn, waarbij het beeld van een Maker/Schepper wordt opgeroepen, waar we ons niet mee kunnen verzoenen.
Dit is waar ik tijdens de nacht, tussen slaap en wake, aan gedacht heb. Ik kon niet vroeg genoeg opstaan om deze gedachte uit te schrijven, nu ze er staat kan ik terug gaan slapen om wakker te worden op een normaal uur voor iemand zoals ik, op wie de jaren beginnen te wegen.
Ik zou ook verder kunnen gaan denken en zien of er geen andere waarheid kan uit gepuurd worden maar dat is niet voor nu, voor later misschien want ik weet dat mijn dag, famieliaal te gevuld zal zijn.
|