Hoe begint een beeldhouwer aan een blok azobé-hout? Is het, zoals ik ooit hoorde, dat hij maar - het beeld in potentie af zijnde in zijn geest - de overtollige stukken te verwijderen heeft? Is het niet meer dan dat? En hij die schrijft, hij die vertrekt uit een ‘Van Dales woordenboek, slechts die woorden uit te kiezen heeft, opdat zijn pagina zou geschreven staan? Is het dit maar: verwijderen, wegkappen en overhouden wat hij houden wil?
Vragen die een antwoord hebben dat geen antwoord is; maar hoe het ook gebeurt, het is een creatief proces waaraan je niet ontkomt. Je maakt wat er nog niet was, je maakt iets totaal nieuw dat, hopelijk verbazen zal, noch min, noch meer, en verbazen is het woord, hetzij in de positieve, hetzij in de negatieve zin.
Maar wat de uitkomst ook moge zijn het vergt een inspanning, het vergt een concentratie en het vergt tijd, tijd en nog eens tijd. Je ondervindt het elke dag en als ik hoor dat mijn vriend, een deel van zijn tentoongestelde werken heeft kunnen verkopen, dan weet ik dat zijn vingers jeuken om terug aan het werk te gaan. Hij is er toe gedoemd, zoals ik gedoemd ben elke dag opnieuw te herbeginnen; blij van hart misschien, maar soms ook gesloten van geest, een toestand die te mijden is en die je bevechten moet om je te verheffen tot het niveau waar je zijn moet, het eigene, unieke niveau waar je moet staan om te verbazen.
Ik denk aan de werkplaats, ergens dicht bij Bazel, waar de genodigden – want je moet uitverkoren zijn om dat werk te doen – duizend minuscule radertjes, wieltjes, stangetjes in elkaar moeten steken opdat, om de beurt, zes miniatuur danseresjes een deel van de ‘Stervende Zwaan’ van Camille Saint-Saëns zouden dansen omheen de neerliggende Pavlova. De idee om het zo te doen is gegroeid uit de noodzaak wellicht, omdat het de enige uitweg was. Van het ogenblik dat de idee er was, waren de danseresjes er in potentie, enkel moest dit potentiële nog werkelijkheid worden.
Dit is de gang van zaken: ook van de God die er was of er niet was, die in gedachten de kosmos heeft voorzien en achteraf als Hij er was of als Hij er niet was, de in potentie bestaande kosmos heeft gerealiseerd.
Gisteren was ik op de voordracht van een hartchirurg die in heldere bewoordingen, onderlijnd met beelden, ons leerde over het hart en de functie van het hart. Heeft zich ooit iemand, daar aanwezig, de vraag gesteld hoe het mogelijk is dat dit kloppend hart in al zijn wonderlijke geledingen ooit ontstaan is uit het Niet, feitelijk, terug grijpend naar het primaire begin, uit de kleinste particules of wie weet, uit een massa Higgs deeltjes?
Van de Pavlova en de danseresjes er omheen weten we dat het de menselijke geest is geweest zoals, we het weten van het beeld in potentie van de beeldhouwer, van de tekst in potentie van deze bladzijde hier die ik nu aan het schrijven ben.
De verbazing die wordt opgewekt door dans en beeld en geschrift kan een feit zijn; verbazing van de functie van het hart en hoe het gebouwd is, is maar een doodgewone zaak geworden, een toevalligheid, een lot gewonnen in Monte Carlo weet Jacques Monod. Maar, is het niet een groot wonder?
Dit is waar we aangekomen zijn en waar we ter plaatse trappelen, verblind door wat de wereld ons biedt en te vertrouwd met wat van het leven is, maar veel dieper kijken, terug gaan tot wat er was in den beginne, doen we niet.
Nog niet.
|